Pages

donderdag 10 november 2011

Stefan Brijs over Post voor mevrouw Bromley, VPRO - Boeken, 7 november 2011


Wim Brands komt eerst nog terug op De engelenmaker, de vorige roman van Stefan Brijs, die zeer goed verkocht is en wellicht boeide omdat de lezer zich verplaatste in een criminele arts, die kloont, een actuele discussie.
Ik heb een publiek, ontdekte Brijs, dat op mij wacht. Hij was met iets anders bezig maar dit kwam er tussen, als je dat kunt zeggen van een boek waar hij vijf jaar aan werkte.

Hij kwam op het onderwerp na beelden van de slag om de Somme en een fragment waarin een luitenant brieven aan het thuisfront censureert. Brijs stelde zich voor dat de brieven gemanipuleerd zouden worden en maakte een studie van de oorlog voor de Engelsen.
Brands vraagt hem waarom hij voor een Engelse optiek koos, want de eerste wereldoorlog is in België levend genoeg. Brijs zegt dat hij nooit een keuze heeft gemaakt. Hij schrok van de oorlogsmentaliteit in Londen, maar eigenlijk verbaast mij dat niet, want in de Falklandoorlog leefde het patriottisme ook weer op. De teneur was toen, dat ze de Duitsers een lesje zouden leren en voor de kerst (van 1914) weer terug zouden zijn.

De roman gaat over Martin Bromley, die naar het front gaat en John Patterson die weigert. John staat model voor tientallen anderen. Er waren vele weigeraars, jongens die op een boerderij werkten, bang waren of wilden studeren zoals John. Er werd een enorme druk op hen uitgeoefend. Via affiches werden ook meisjes beïnvloed, die gevraagd werden om jongens te vragen naar hun strijdlust en, als ze die niet bezaten, hen een witte veer door het knoopsgat te steken.

Het boek was voor Brijs een schaakspel, waarbij hij binnen de lijntjes moest blijven. Hij vertelt dat Londen ’s nachts werd gebombardeerd door zeppelins. De plek waar de bommen vielen moest kloppen. Brands merkt op dat Hergé, de schepper van Kuifje al zoiets zei. Dan pas voelt de lezer dat hij in het verhaal zit, zegt Brijs.

Brands begint over shellshock. Er was een voortdurende angst, zegt Brijs: of je ging dood, of je werd langzaam krankzinnig, of je schiep je eigen wereld en hield de doorstane ellende voor anderen geheim. Soldaten met shellshock waren verlamd, sprakeloos of liepen weg. Meer dan driehonderd soldaten werden geëxecuteerd om een voorbeeld voor anderen te stellen. In de tijd van beginnende psychiatrie kregen de gerepatrieerden electroshocks in ziekenhuizen. Pas vijf jaar geleden werd er een generaal pardon afgegeven en werden de soldaten gerehabiliteerd.

De nabestaanden van degenen die de oorlog niet overleefden kregen een standaardbrief van het leger. Wellicht was het voor hen het beste te denken dat hun zoon of geliefde als een held gestorven was, zegt Brijs.      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten