Pages

maandag 19 september 2011

Fouad Laroui over Poldermarokkanen, VPRO-boeken, 18 september 2011

-->
Zijn is een gevaarlijk werkwoord.

Fouad Laroui woonde twintig jaar in Marokko voordat hij in Parijs ging studeren. Later woonde hij in Engeland en vervolgens kwam hij naar Nederland. Hij doceerde milieuwetenschappen aan de VU en Frans aan de UvA. Poldermarokkanen kwam eerst in Frankrijk uit omdat hij in het Frans schrijft en denkt. Hij is tweemaal genomineerd voor de Prix Goncourt. Hij leest graag de Franse verlichtingsfilosofen, omdat ze helder en analytisch denken over de mens, over het belang van individuele - en gewetensvrijheid. Het is van belang na te denken over wie we bent, zegt Laroui.

Op de vraag van Wim Brands of de Fransen de Nederlandse Marokkanen begrijpen, zegt Laroui dat men in Frankrijk het republikeins idee huldigt dat iedereen een burger is. Het is ongebruikelijk te denken in termen van etnische gemeenschappen. Isabelle Adjani heeft een Algerijnse vader en een Duitse moeder, maar wordt als een echte Francaise gezien.

‘Dat is de theorie,’ zegt Brands. Hij haalt een voorbeeld aan over een neef van Laroui die geschiedenis studeerde in Parijs, maar daarna op zijn bed lag te blowen. Laroui zegt dat hij vanwege zijn moeilijke naam geen baan kon vinden, maar dat hij inmiddels een pizzakoeriersbedrijfje runt en dat het goed met hem gaat.

Brands vraagt hem naar zijn ervaringen toen hij in 1990 naar Nederland kwam.
Laroui zegt dat het na 2001 niet meer leuk was om een Marokkaan in Nederland te zijn. Daarvoor kende de Marokkaanse identiteit meer dimensies. Ik ben een Marokkaan is meteen een negatief etiket. Zijn vindt hij daarom een gevaarlijk werkwoord

Brands vraagt hem naar het verschil met daarna. ‘Wat merkte hij als hij door de stad fietste?’
Laroui vindt dat een typisch Nederlandse vraag. In Marokko wordt fietsen geassocieerd met armoede. Het Marokkaan-zijn wordt tegenwoordig teruggebracht tot een kwestie van religie, terwijl hij in de Franse traditie staat waarin iedereen uniek is en de mens in zijn leven steeds beter ontdekt wie hij is. Zo houdt hijzelf niet van Rai muziek.

Poldermarokkanen zijn tweede generatie Marokkanen die verhollandst zijn. Ze komen sterk op voor hun rechten. In Marokko hoor je hen eerder dan je hen ziet. Hun identiteit is vooral opgelegd door de media. Hij moet zelf ook oppassen dat hij zich niet naar het etiket gaat gedragen. Hij viert het suikerfeest niet maar moet daarmee tegen de verwachting van een Nederlandse collega in roeien.

Brands vraagt hem naar zijn aversie tegen het multicultureel ideaal. Laroui vindt diversiteit op veel terreinen prima, maar als het over de etnische cultuur gaat moet men voorzichtig zijn, zegt hij. Vroeger droeg bijvoorbeeld geen meisje in Marokko een hoofddoek. Wat zegt dat dan over cultuur? 

De ideeën van Laroui komen overeen met die van de Canadese politiek filosoof Charles Taylor, die mensen niet wil vastpinnen op hun nationaliteit. Hij stelt dat het in een globaliserende wereld mogelijk moet zijn om een intensere relatie met het land van herkomst te behouden. De tijd dat men emigreerde en volkomen opging in de nieuwe gemeenschap ligt, zo die al heeft bestaan, achter ons. Met je mobieltje ben je tegenwoordig zo terug bij je familie in je oude land.

Ik had Laroui, die behalve romans en gedichten eerder Over het islamisme (2006) publiceerde, graag nader gehoord over de Arabische lente. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten