Pages

zondag 7 augustus 2011

Derde poëziefestival Elswout, 6 augustus 2011


Poëzie springlevend ondanks donkere wolken.

We zitten of liggen op de groene grasmat naast het koetshuis op het landgoed Elswout in Overveen, maar omdat donkere wolken dreigend over ons heen hangen, is er een uitwijkmogelijkheid naar binnen, zegt Lucas Hirsch van kleinerevolutieproducties.nl. Anders dan de vorige keren heeft dit sympathieke gratis poëziefestival dit maal een internationaal tintje. Er zijn optredens van een aantal buitenlandse dichters, waaronder behalve een sterk opkomende Vlaamse, een Georgiër, twee Amerikanen en een Fries.

Stadsdichteres van Haarlem Sylvia Hubers bijt de spits af. Ze krijgt te maken met de eerste spetters en een microfoon waarin ze zichzelf terughoort en moet tussendoor schuilen onder een afdakje, maar ze leest met verve een groot aantal lichte gedichten, onder andere uit haar laatste – en alweer bijna een na laatste - bundel Vandaar dit huwelijksleven (2009). Daaruit opent ze met Blauw, een drinklied, want dan hebben we dat volgens haar maar gehad. Ook De man die ik heel wil laten komt uit deze bundel, die ik graag nog eens wil bespreken.

Vervolgens staat Pieter Boskma voor ons die na enkele gedichten uit Het violette uur (2008) voorleest uit het ‘vuistdikke en onvermijdelijke’ Doodsbloei (2010) dat over de dood van zijn vrouw gaat en dat rouw tot hoofdpersoon heeft. ‘Geloof ik,’ zegt Boskma erachteraan. Hij heeft veel in de duinen gewandeld en daar zijn sensitieve gedichten uit voortgekomen. Hij houdt het in ieder geval droog.

Dat kan niet gezegd worden van de Amerikaan Stephen Frech uit Illinois, die zich door Rembrandt liet inspireren. Hij noemt hem een ‘genius, with a generosity of spirit who sees us who we are and still loves us’. Rembrandt kreeg veel tegenslag te verduren, verloor veel naasten, dus is hij een testament of spirit. Op de genereuze houding baseerde hij een gedicht over metselaar Willem. Stephen leest vervolgens het titelgedicht uit The Dark Villages of Childhood (2009) en vervolgens uit A Palace of Strangers Is No City (2011).

Omdat het inmiddels regent, verhuizen we naar het koetshuis. De stemming is opperbest.
Elmar Kuiper, psychiatrisch verpleegkundige, debuteerde in 2004 met Hertbyt en vervolgde in 2006 met Ut namme fan mysels. Hij begint toepasselijk met De dieren leren me. Hij leest ook tweetalige gedichten voor, zoals Beelden en een bezwerend Fries liefdesgedicht.
Hij draagt een gedicht op aan Boskma. Grappig is een gedicht over een haan, ter herdenking aan zijn vader, een kippenboertje die drie hanen had waarvan er twee dood moesten en dat als volgt eindigt: ‘De haan die in drie lettergrepen kraait is dood.’

Ter afwisseling speelt violiste Suzanne de Groot drie partitas van Bach, die bij toeval in een winkeltje gevonden zijn. Een medewerkster gaat tijdens de pauze met de pet rond omdat de subsidie voor het volgend jaar onzeker is. De sfeer in de stal is uitstekend en geeft de poëzie nog meer uitstraling.

Dat geldt zeker voor de Vlaamse Delphine Lecompte. Ze bracht in 2010 twee bundels uit: De dieren in mij en Verzonnen prooi. Voor de eerste bundel ontving ze de C. Buddinghprijs. Ze begint grappig met Het opwindaapje en gaat daarna verder uit haar debuut. Vermakelijk is Schuttersbijeenkomst, waarbij de vrouwen geweerd werden omdat ze te fragiel en te wraakzuchtig zijn en net zo vermakelijk is een gedicht waarin twee hazen voorkomen die eigenlijk konijnen zijn. Ze sluit af met Daar gaat mijn prins, dat over België gaat. Een indruk van haar optreden op: http://www.youtube.com/watch?v=lsV-R2KMJ-w

Wayne Miller doceert in Kansas City, Missouri en dat ligt vlakbij een militaire luchtmachtbasis vanwaar eerder bommenwerpers naar Bagdad vertrokken. Hij leest daarover voor uit The City, Our City (2011). Zijn wat zwaardere Engelse gedichten komen minder tot zijn recht op deze locatie.

De Georgiër David Dephy - met een klotje - was actief op filmgebied, schreef zeven romans en zes poëziebundels. He begint met You better en leest dat vervolgens in het Georgisch. Het gedicht Who would have thought schreef hij naar aanleiding van het drama in Noorwegen, waarbij een meisje van negentien omkwam dat hij kende. Hij eindigt met het expressieve Burroughs-achtige Twenty one kisses.

Alexis de Roode ziet meteen zijn naam op de microfoon. Hij heeft drie dichtbundels gepubliceerd. Gratis tijd voor iedereen op 31 oktober 2010 is de laatste. De omslag daarvan zou in Elswout gemaakt zou kunnen zijn: http://www.alexisderoode.nl/. Hij begint met drie gedichten over varkens. Het goede is geïnspireerd op De zwarte met het witte hart van Arthur Japin en gaat erover dat niemand slecht wil.

Met de stemmige viool van Suzanne de Groot wordt het festival afgesloten. Zeer geslaagd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten