Pages

maandag 18 april 2011

Marcel Möring over Louteringsberg, VPRO-boeken 17 april 2011

Wim Brands begint het gesprek met de vraag naar loutering. De hoofdpersoon uit het boek, Marcus Kolpa, die ook al in Dis optrad, heeft zijn achternaam Polak verhaspeld om niets meer te maken te hebben met de tweede wereldoorlog en zijn joodse achtergrond. Na de verdwijning in 1983 van zijn vrouw Chaja en vervolgens de dood van zijn moeder, heeft hij zich teruggetrokken op een berg.

Brands wil weten wat dat te maken heeft met de persoonlijke geschiedenis van Möring.
De schrijver vertelt dat zijn eigen moeder nooit over het verleden praatte omdat het te pijnlijk was. Hij weet wel dat ze in Rotterdam geboren is en samen met haar zusje overgebracht werd naar het oosten van het land, waar hijzelf is geboren. Zijn oma werd tijdens een razzia opgepakt en via Westerbork naar Sobibor getransporteerd en is daar om het leven gekomen.
In de jaren tachtig vroeg zijn vader hem om bij hem langs te komen. Möring toont zijn duimen om te laten zien hoe verschillend die waren van zijn vaders- en moederskant.
Zijn moeder leeft nog maar kan niet meer over vroeger praten waardoor het verleden duister is.

Möring kan geen levensverhaal construeren op basis van de feiten. In zijn romans maakt hij reconstructies. Dat was al zo in Het grote verlangen, dat gaat over een auto-ongeluk waarbij de ouders van Sam, Raph en Lisa om het leven komen en de kinderen in verschillende pleeggezinnen opgroeien. In In Babylon raken Natan Hollander en zijn nicht ingesneeuwd in een landhuis en krijgen geesten uit het verleden op bezoek.
In zijn werk speelt de vraag waar kom ik vandaan en hoe laat zich dat vertellen.
Iedereen is zijn geschiedenis, zegt Möring. Als die onbekend is, moet je die verzinnen. Er was een Duitser die de stamboom van zijn moederskant onderzocht en teruggaat naar het getto van Worms, maar veel levert hem dat niet op. Hij is gedwongen te onderzoeken wat er gebeurd is.

De jaren tachtig van de vorige eeuw, waarin Louteringsberg speelt, waren voor Möring een scharnierpunt tussen twee werelden. Hij baseert zich op de Engelse historicus Hobsbawn die in The Age of Extremes: the short twentieth century, 1914-1991 (1994) een beeld schetst van de vorige eeuw. In de jaren tachtig stortte de economie in en raakte men de idealen kwijt over de inrichting van de maatschappij zoals men die eerder voorstond. Ook de religie zette zich buitenspel. Door deze veranderingen raakte men het beeld van zichzelf kwijt en veranderde de nationale identiteit.

Möring (1957) is opgevoed met een geloof in de vooruitgang. In het dunbevolkte oosten van het land maakte hij de gijzelingsacties mee van de Molukkers en had men contact met RAF- leden. Brands breekt in door te zeggen dat hij in die jaren een spreekbeurt hield op de middelbare school over de idealen van die lieden en daarvoor een luid applaus oogstte. Möring bezocht vergaderingen van sympathisanten maar kon zich niet vinden in de gebezigde taal. Hij demonstreerde slechts één keer tegen het gebruik van de wurgpaal door Spanje tegen de Basken.

Terecht vraagt Brands of de ontheemde positie van Möring te maken heeft met zijn verleden. Möring bevestigt dat. Er gaat veel narigheid schuil onder ideologische veren. Hij wijst ook op het anti-semitisme van links. Het standpunt van de krakers was de mannen een raadsel. Mijn uitroep dat dat te maken had met de houding van Israël drong helaas niet tot hen door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten