Aangrijpende cri de coeur van een pathologisch verliefde
jongeman
Onlangs schreef ik over de interactieve voorstelling
Zot, waarin men het vreselijke leven
van psychiatrische patiënten met alle wanen, angsten en dwanghandelingen
verbeeldt. Religie speelt in de wanen vaak een belangrijke rol. Godsdienst en
gekte hebben een nauwe band met elkaar. Dat zag ik terug in de novelle Trance van Gerrit Sangers, al is de
behoefte van zijn hoofdpersoon aan lichamelijke liefde net zo sterk.
Trance gaat over
de lijdensweg die de manisch depressieve ik-figuur Renke heeft meegemaakt. Als
vijftiger kijkt hij terug op een periode in zijn leven waarin zijn eerste
liefde zich aandiende. Dat waren er meteen twee, die zich beiden afspeelden in
het noorden van het land nadat hij van huis was weggelopen. De ene verhouding
was met de 23-jarige Marlijn, die pedagogiek studeerde en die Renke meteen jongensachtig
begeerlijk vond, de andere relatie was met Justine die twee jaar jonger
was, eigenlijk Jeanette heette en die op de sportacademie zat. Inmiddels is Renke
getrouwd met Nadia. Hij voelt zich schuldig dat hij het niet kan laten aan
vroeger te denken.
Justine leerde hij als eerste kennen. Ze had geen moeder meer
en kookte voor haar broers die Renke maar een vreemde eend in de bijt vonden. Later
ontmoette hij Marlijn. Ze kwam bij hem op de koffie. Hij morste op haar broek die
ze uittrok met alle gevolgen van dien. Renke had het idee dat hij Marlijn
ontmaagde, op haar verzoek zelfs, maar later blijkt dat toch niet
gebeurd. Justine maakte het met haar uit vanwege zijn ziekte. Niet veel later
belandde hij in een inrichting, waar hij ook weer vrouwen tegenkwam die hem
begeesterden. Hij zat weliswaar niet op een gesloten afdeling, maar het was
toch beter voor hem om daar te blijven. Zijn wegen waren ondoorgrondelijk. Dat
besefte hij tenslotte ook wel.
Alle vrouwen zijn Eva voor Renke. Veel onderscheidingsvermogen
heeft hij niet. De naakte feiten staan in schrille tegenstelling tot het
verheven relaas van de hoofdpersoon. Eigenlijk is hij meer verliefd op een idee
dan op een werkelijke vrouw. Hij vervult de priesterrol, waarbij hij een
brenger is van heil, maar vooral van heil waar niemand op zit te wachten. Hij
gaat ook langs het huis van een meisje op wie hij tijdens zijn middelbare
schoolperiode verliefd was.
De verschillende relaties van Renke met verpleegster Astrid,
Justine en Marlijn lopen in het verhaal door elkaar heen. Astrid wil na een
gesprek op zijn kamer het licht uit doen: ‘Ze reikte naar de schakelaar.
Justine reikte naar de schakelaar.’ De associaties met eerdere gebeurtenissen komen
direct. De vrouwen zijn inwisselbaar.
Gerrit Sangers schrijft heel direct. De zinnen in Trance zijn kort. Bijzinnen komen
nauwelijks voor. De hijgerige, staccato stijl geeft urgentie aan het verhaal. De
bekentenissen van Renke rollen over elkaar heen. De kilte in diens leven wordt
duidelijk voelbaar gemaakt. Ook rond de geslachtsdaad met Justine. Eenzaamheid
is het grootste probleem.
De kracht van Trance is tegelijk de zwakte. Literatuur moet
het hebben van inleving. Sangers maakt het voor de lezer nauwelijks mogelijk om
dichterbij te komen. Dat is begrijpelijk in dit geval maar het is de essentie van
literatuur dat het niet alleen om hartekreten gaat.
Ik heb het boek niet gelezen, maar als het op een hijgerige toon of stijl geschreven is doet mij dit aan de Franse schrijver Camus denken. Toch?
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Robert Kruzdlo
Daar zou ik het niet mee willen vergelijken.
BeantwoordenVerwijderen