Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 30 september 2014

De macht aan de stad, Tegenlicht, 28 september 2014



Op weg naar de stadsstaat

Heb ik dit niet al eens eerder gezien? Tijdens het kijken naar de Tegenlicht uitzending De macht aan de stad bekroop me het idee dat ik dit kende. Is men aan het herhalen geslagen, zoals ook met de uitzending Groen goud van volgende week? Dit bleek niet het geval. Mijn begeestering voor het onderwerp werd gewekt door een uitzending van Het filosofisch kwintet, waarin bestuurlijke schaalvergroting in Europa gekoppeld werd aan schaalverkleining door tegelijk meer macht te geven aan steden.

Het gaat om tendensen die steeds in een andere gedaante terugkeren, zoals deze om te praten over autonome stadssteden naar Grieks model. De Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber is een van de voortrekkers daartoe. Hij schreef er een boek over en sprak in Amsterdam een conferentie van burgemeesters toe die de handen ineen moeten slaan. Burgemeester Rob van Gijzel van Eindhoven heeft wel oren naar zo’n bottom-up benadering. Hij voelt zich gebonden door de rijksoverheid en zou liefst snel met collega’s uit Amsterdam en Rotterdam plannen maken voor een super Hollandse stadstaat. Het is hem een gruwel dat Nederland, qua inwoneraantal kleiner dan New York City, bestuurd wordt door vele lagen, van gemeenten tot rijksoverheid.

De uitzending begint ook in New York City, de thuisbasis van Benjamin Barber, die het boek If majors rule the world schreef met het idee dat het dan veel beter met de wereld zou gaan. De alom aanwezige trek naar de stad maakt steden machtiger, zegt Barber. Natiestaten zijn niet meer bij machte problemen op te lossen. Nationale politici denken teveel vanuit hun partij ideologie, terwijl stadsbestuurders pragmatisch zijn en problemen moeten oplossen.

Dit laatste wordt in praktijk gebracht in Seattle waar burgemeester Edward Murray zijn verkiezingsbelofte heeft waargemaakt om het minimumloon te verdubbelen en daarmee de sociale ongelijkheid te verminderen. Wellicht werd hij daarbij geholpen door demonstraties, onder andere van personeel dat in fastfoodrestaurants werkt en niet eens tien dollar per uur verdiende. Nick Hanauer, een invloedrijke ondernemer, wist bedrijven zo ver te krijgen om akkoord te gaan met de plannen van de burgemeester. Het was in ieders belang dat de bevolking meer geld kan uitgeven. Andere Amerikaanse steden toonden meteen ook interesse.

Tegenlicht stelt de vraag of dit soort ontwikkelingen in slagvaardige steden een startpunt is voor meer stadsmacht. Bruce Katz meent dat hiermee de bestuurlijke piramide wordt omgedraaid en de representatieve democratie beter tot uitdrukking komt. In de Verenigde Staten heerst een patstelling tussen Republikeinen en Democraten, die nieuw beleid onmogelijk maakt.

In Eindhoven probeert men technologische vernieuwing in praktijk te brengen door samenwerking tussen universiteit, bedrijfsleven en lokale overheid in een brainport. In twintig jaar tijd is hierdoor het aantal arbeidsplaatsen verdubbeld. In oude fabriekshallen van Philips bevinden zich kleine bedrijfjes die nieuwe technologische uitvindingen aan de man proberen te brengen. Rob van Gijzel, die twaalf jaar voor de PvdA in de Tweede kamer zat, vindt dat het grotere belang, namelijk om mee te doen op de wereldmarkt, vaak ondergeschikt gemaakt worden aan kleinere gemeentebelangen. Des te meer bestuur, des te meer frictie er ontstaat.    

Tegenlicht gaat tenslotte naar Hamburg dat sinds de middeleeuwen een stadsstaat is met eigen bevoegdheden, een eigen parlement en een kabinet waarvan de burgemeester de voorzitter is. Door de kleinschalige bestuursstructuur kan men sneller reageren op nieuwe ontwikkelingen. Tegenlicht spreekt daar ook met initiatiefnemers van duurzame energie, lokaal geproduceerd, die ze tegen de zin van de burgemeester (op de foto op de rug gezien) doorzetten omdat een referendum daar bindend is.

Hier meer over de uitzending op de site van Tegenlicht. De meet-up in Amersfoort is vanavond, die in Amsterdam en Groningen woensdagavond. Hier mijn verslag van de uitzending van Het filosofisch kwintet over Identiteit en Europa.

maandag 29 september 2014

Piet de Rooy over Ons stipje op de waereldkaart, VPRO Boeken, 28 september 2014



Over onze permanent beslagen buitenspiegel

De innemende historicus Piet de Rooy begint met een verklaring van de titel van zijn boek dat over de Nederlandse politieke cultuur van modern Nederland gaat. Ons stipje op de waereldkaart is een uitspraak van Rutger Jan Schimmelpenninck, gedaan in het eerste parlement dat Nederland kende. Deze, naar Frans voorbeeld ingestelde, Nationale Vergadering bestond uit negentig personen die heel verschillend dachten over de toekomst van de zeven gewesten. Het idee van een algemene grondwet werd als onuitvoerbaar bestempeld door sommigen die voorstanders waren van de stadsstaat van Rousseau. Anderen stelden een federatie als de Verenigde Staten als voorbeeld, hetgeen Schimmelpenninck bracht tot zijn uitspraak dat een grondwet dan zeker niet zou misstaan voor ons stipje op de wereldkaart. Het leek De Rooy een mooie opener voor zijn boek.

Wim Brands haalt het begin van een ander gezegde aan dat door De Rooy wordt afgemaakt: het is schoner het zedelijkste dan het machtigste land op aarde te zijn. De Rooy noemt het een oversprongbeweging, omdat wij weinig voorstellen vergeleken bij andere landen en daarom iets anders kiezen waarin we ons kunnen onderscheiden. Hiermee overstijgen we onze machteloosheid. Brands brengt het vingertje in herinnering dat volgens De Rooy al sinds het begin van de negentiende eeuw geheven wordt. Thorbecke noemde ons land de proeftuin van de beschaving en vandaar uit werden vanzelf een gidsland.

Brands haalt een slogan aan van zijn achternaamgenoot Maarten die Nederland vergelijkt met een permanent beslagen buitenspiegel. De Rooy noemt het zelf bijziendheid, voortkomend uit onze zelfgenoegzaamheid.

Brands wil het niet hebben over conflicten, strijd en toevalligheden die ons land maakten tot wat het geworden is, maar stelt onze huidige houding ten opzichte van het conflict in Oekraïne aan de orde. De Rooy stelt dat we ons sinds kort realiseren dat de wereld geen vredelievend oord is en dat het bij geopolitiek altijd om macht gaan. Door onze neutraliteit in de Eerste Wereldoorlog - door historici een oercatastrofe genoemd, die de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog veroorzaakte - zijn we een cruciaal feit vergeten, namelijk dat vrede een periode tussen twee oorlogen is.

Brands merkt op dat De Rooy op een rustige toon vernietigende uitspraken kan doen. 
Hij begint over De Tocqueville die over de tragiek van een klein land heeft gesproken.
De Rooy beaamt dat een klein land zich niet teveel ambities kan veroorloven, maar zich alleen economisch kan ontwikkelen als er binnenskamers rust heerst. Keerzijde hiervan is een conformisme en een in zichzelf gekeerd zijn. In dit verband zegt hij dat malcontenten - als Multatuli, Busken Huet en Hermans vroeger en Grunberg nu - uitgedreven werden en zich in het buitenland vestigden.

Brands brengt een recent voorbeeld in. De plaats in het overleg die Nederland geweigerd werd om als bondgenoot van de Verenigde Staten op te treden tegen IS. De Rooy zegt dat er alleen een plaats voor ons is als anderen die ons geven. Het helpt als we niet alleen maar kluitjesvoetbal in de polder spelen, maar, zoals in de jaren vijftig over Europese integratie, met een duidelijk perspectief over ons buitenlands beleid komen. De politiek dient ideeën in te brengen over verdere Europese integratie en daarbij niet bang te zijn voor al te mondig geworden burgers.

Een mooie taak straks voor Bert Koenders, lijkt me.

Hier mijn meer inhoudelijke verslag van de lezing van Piet de Rooy over Ons stipje in Athenaeum Boekhandel Haarlem.

zondag 28 september 2014

Thomas Heerma van Voss over De derde persoon, Kunststof Radio, 1 september 2014



Telg uit schrijvende familie over zijn nieuwe verhalenbundel

Voor het NTR programma Kunststof Radio ondervraagt Jellie Brouwer de 24-jarige schrijver Thomas Heerma van Voss over zijn verhalenbundel De derde persoon. De zeven verhalen die erin staan gaan over gehavende personen die zich daarvan bewust zijn en daarover reflecteren. Zijn broer Daan bedacht de titel nadat Thomas hem in enkele zinnen had uitgelegd waar zijn nieuwe boek over ging.

Jellie begint over het uitzicht dat Thomas vanuit zijn huis heeft want zijn eerste verhaal gaat over een jongen met een kladblok die vanuit zijn raam cliënten bij de ingang van een massagesalon observeert. Het is ontstaan door zijn eigen fascinatie wat zich in het pand moest voltrekken. Het kladblok van de hoofdpersoon voert naar zijn bijlessen wiskunde aan middelbare scholieren. Thomas deed op het Vossius gymnasium de natuur- en techniek richting voor hij Nederlands ging studeren.

Jellie merkt op dat in de verhalen de grote wereld afwezig is en dat dit ook geldt voor een plot.
Thomas is meer geïnteresseerd in psychologische verhoudingen. In De derde persoon gaan die tussen twee mensen. Het gaat hem er meer om die verhoudingen uit te pluizen dan met een verrassend einde te komen. Na twee romans achtte hij de tijd gekomen voor een verhalenbundel. Hij had genoeg goede verhalen en een nieuwe roman, weer over één persoon, zou niets toevoegen.
De verhalen zijn niet autobiografisch, al schrijft een auteur volgens Thomas altijd vanuit zijn eigen belevingswereld. Afzondering is de grondtoon. Hij is ook een toekijker. Sommige verhalen kregen een pessimistischer toon dan hij zelf in zijn leven ervaart.

Jellie gaat in op het verhaal over een gevangenisbewaker die een executie van een beul meemaakt, die zonder duidelijk motief moorden pleegde. Zo gaat dat vaker zegt Thomas.

In de hart van de bundel staat een verhaal over een vader zoon relatie, die enigszins lijkt op de relatie tussen Thomas en zijn vader Arend-Jan. Het verhaal begint met een beeld waarin de schrijver zijn vader ziet fietsen. Thomas gaf het verhaal aan zijn vader omdat hij benieuwd was wat die ervan vond, maar kreeg in eerste instantie een korte reactie die hem opluchtte. Later heeft hij toch nog enkele passages op verzoek van zijn vader uit het verhaal gehaald. Een tekst is niet heilig voor hem. Schaamte en waardigheid vormen grenzen die hij niet wil overschrijden. 

Het gesprek gaat verder over de verhoudingen binnen de familie waarin iedereen schrijft.
Thomas vindt dat hij meer op zijn vader zoals Daan op zijn moeder. Hij was verrast dat zijn vader op de middelbare school over muziek schreef, zoals hijzelf deed over hiphop en net als zijn vader is hij nogal ordenend ingesteld. Thuis wordt nooit over de inhoud van hun boeken gepraat. Wellicht dat hij en Daan de schrijfdrang onbewust hebben opgepikt. Vorig jaar organiseerde Daan in de Oude Kerk een tribunaal rond zijn roman De vergeting, waarbij hij door zijn moeder werd aangeklaagd. Inmiddels is er ook de documentaire Privéterrein van huisvriend Pieter Verhoeff over de familie die op 9 oktober a.s. wordt uitgezonden in Het uur van de wolf. Volgens Jellie werd het een openhartig portret, waarbij Thomas zich vaak van zijn zwijgende kant laat zien. Dat klopt wel met het observerende in hem, zegt hij.



   

zaterdag 27 september 2014

Grace. The burden of the brave (2013), documentaire van Tessa Steenbergen



Sterke vrouw vecht ondanks handicaps voor tweede termijn als gouverneur

Grace Padaca (op de foto met krukken) is een licht gehandicapte vrouw die het tot gouverneur van de Filippijnse provincie Isabela schopte. In de aanloop naar de tweede termijn in mei 2010 wordt ze gefilmd door Tessa Steenbergen, die bevriend met haar werd en tegelijk ook de filmcrew aan ons voorstelt. Grace bedankt Nederland voor de orthopedische schoenen die ze aangemeten kreeg en waarop ze zich beter kan voortbewegen tijdens haar verkiezingstournee.

Grace was eerder radiopresentatrice. In haar programma nam ze het op voor de boeren en tegen de corruptie. Na veertien jaar met mensen spreken voor de radio bracht een bijbelpassage haar op het idee om zelf iets aan de problemen in haar land te doen. Ze stelde zich beschikbaar als gouverneur en werd gekozen. In de eerste termijn keerde ze zich tegen de illegale houtkap, kocht waterpompen in en stelde een subsidieregeling voor boeren in zodat ze niet meer afhankelijk waren van de luimen van de bezittende klasse, maar ze heeft nog drie jaar nodig om haar werk af te maken, denkt ze.

Ze moet het opnemen tegen een onverslaanbaar geachte telg uit de steenrijke Dy dynastie die sinds tijden de macht heeft over dit gedeelte van de Filipijnen. In een radio-uitzending verwijt ze deze Bojie dat hij stemmen koopt en mensen terroriseert om op hem te stemmen. Boije zegt dat ze dit niet kan bewijzen. Na de uitzending zegt Grace tegen Tessa dat Bojie nog een van de hoffelijkste mannen uit de dynastie is. Tessa filmt ook diens tweede man, Rodito Albano, die inwoners ontvangt in zijn luxe villa en hen geld belooft om hun gezondheidsproblemen op te lossen. In ruil daarvoor moeten ze wel op Dy stemmen.

Tessa gaat mee naar de moeder van Grace die - net als haar overleden man vroeger - in het onderwijs werkt. De moeder vertelt dat Grace haar eerste dochter en haar tweede kind was en dat ze koorts kreeg toen ze drie jaar oud was. Ze werd naar Manila gebracht voor onderzoek en bleek polio te hebben gehad. Op haar zesde kon ze weer wat lopen, maar geweldig ging het niet. Haar klasgenoten droegen haar naar school. Grace las veel en leerde kernwaarden als rechtvaardigheid uit boeken en van haar ouders.

Bojie Dy deelt voedselbonnen uit en zet demonstraties in scène tegen Grace, die ook doodsbedreigingen opgestuurd krijgt. Voor het eerst besluit ze die op Facebook te zetten. Ze omschrijft haar inzet voor de tweede termijn van het gouverneurschap als the burden of the brave, maar de last is noodzakelijk om haar werk af te maken. Ze heeft een troef in handen die niet aan iedereen gegeven is en daarmee een grote verantwoordelijkheid voor een beter lot van de arme bevolking. Anders dan de dynastieke familie die de mensen afhankelijk wil houden, wil zij hen verheffen, zoals we horen in haar charismatische toespraken, waarbij ze zelfs haar kruk in de hoogte heft bij wijze van wapen.

Inmiddels is de verkiezingsdag aangebroken. Ze stemt in de woonplaats van haar moeder en zegt heel grappig tegen de toegestroomde mensen dat ze gaat voordringen omdat ze zo snel mogelijk naar haar hoofdkwartier wil om haar fanmail te beantwoorden. Ze meent dat ze kan winnen, maar de televisie vertelt een ander verhaal. De volgende dag blijkt inderdaad dat Bojie de verkiezingen gewonnen heeft. Grace berust in haar nederlaag. Ze gaat een jaartje uitrusten van haar inspanningen en meldt zich daarna bij de president of die nog ander werk voor haar heeft.

In de aftiteling lezen we dat ze drie jaar later benoemd is tot lid van de kiesraad die moet toezien op het tegengaan van corruptie. Tessa hoopt dat Grace nog eens president wordt.

vrijdag 26 september 2014

Filmrecensie: Nannerl, la soeur de Mozart (2010), René Féret



Achterstelling getalenteerde vrouwen in de achttiende eeuw

In het fraaie en ingetogen kostuumdrama Nannerl, la soeur de Mozart dat rond 1760 speelt, toont René Féret de achterstelling van de veertienjarige Maria Anna, ook wel Nannerl genoemd, ten opzichte van haar jongere broer Wolfgang door hun vader die ook hun leraar is. Vrouwen werden in die tijd niet voor vol aangezien. Er werd getwijfeld aan hun competenties. Het is boeiend te zien hoe de getalenteerde Nannerl daarmee omgaat.

De film begint met de reis van de familie Mozart per koets vanuit Salzburg naar Frankijk. Op weg naar Parijs breekt de as van de wagen. Vader Leopold loopt in de kou naast de koetsier en verbied zijn dochter binnen viool te spelen. Een eerste aanwijzing dat hij zijn dochter haar talent niet gunt.

Ze vinden onderdak in een klooster waar drie jongere dochters van koning Lodewijk wonen. Op last van de kardinaal zijn ze daar geplaatst, terwijl de twee oudsten aan het hof worden opgevoed. Leopold krijgt toestemming zijn klavicord uit te pakken. Wolfgang speelt viool en Nannerl zit achter de toetsen. Gedurende de dagen dat de koets gerepareerd wordt, ontstaat vriendschap tussen Nannerl en Louise, een van de dochters van de koning. Deze vraagt haar een brief te geven aan Hughues, de zoon van de muziekleraar aan het hof. Ze is verliefd op hem. Ze geeft Nannerl ook een godslasterlijk boek mee dat van haar zus was en werd afgepakt door de overste.

Op weg naar Versailles raakt Nannerl ongesteld. Je bent nu een vrouw, zegt haar moeder. Nannerl verbrandt het boek, hetgeen haar hoogstaande karakter verraadt.

Ze moeten aan het hof in zwarte kleren verschijnen omdat de vrouw van de kroonprins tijdens de bevalling overleden is. Nannerl wordt voor de audiëntie met Hughues ook nog eens als man uitgedost. Hughues speelt op dat moment muziek met de kroonprins. Hij neemt de brief in ontvangst en trekt zich terug om die te lezen. De kroonprins toont zijn interesse in Nannerl. Hij wil dat zij voor hem iets componeert. Het is grappig dat hij niet door heeft dat onder de mannenkleren een knappe vrouw verborgen zit.

Nannerl wil les in compositie van haar vader, maar die ziet dat niet zitten, ook niet als Nannerl hem bekend dat ze ooit een compositie maakte uit naam van Wolfgang. De kroonprins is niettemin tevreden met hetgeen Nannerl voor hem maakt. Als hij hoort dat Wolfgang en zijn zus een optreden verzorgen, moet Nannerl haar ware identiteit wel opbiechten. De kroonprins is niet ontdaan, integendeel. Hij papt met haar aan. Het concert is een succes maar de vader is ontevreden. Hij eist discipline van zijn dochter en geen koppigheid, zegt hij tegen zijn vrouw.

Als de familie naar Londen gaat, haakt Nannerl af. Ze gaat terug naar Parijs om pianoles te geven en compositieles te nemen. De kroonprins is blij met haar terugkomst maar moet helaas van zijn vader met een andere vrouw trouwen. Hij stuurt Nannerl terug naar het klooster. Daar hoort ze van Louise dat haar broer wil dat ze hem vergeeft, iets wat deze verlegen jongeman blijkbaar niet zelf kon zeggen. Louise zelf heeft besloten om uit liefde voor haar vader in het klooster te blijven.   

Nannerl kiest tenslotte, net als haar moeder, voor de weg van zelfopoffering. De barrières om haar eigen leven vorm te geven zijn gewoon te hoog. In de aftiteling lezen we dat ze een weduwnaar trouwde met vijf kinderen.

Hier de trailer van Nannerl, ook bekend onder de naam Mozart’s sister, die begint met de reis van de familie Mozart in de sneeuw.