Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 31 mei 2014

Pablo Picasso – inventaris van een leven (2013), documentaire van Hughues Nancy



Schilderdoeken als autobiografie

De Franse schrijver en filmmaker Hughues Nancy pakt een biografie van de vermaarde Spaanse schilder Picasso (Malaga, 1881) vanuit een andere gezichtspunt, de erfenis die hij na zijn dood in 1973 achterliet. Er zat een heel gezelschap om de tafel om de zaken te bespreken want Picasso met zijn twee echtgenotes, talrijke maitresses en vier kinderen liet geen testament achter. De drie kinderen uit de onwettige relaties wilden graag ook delen in de buit.

De invalshoek is daarom boeiend omdat Picasso zijn manier van werken en woonomgeving steeds veranderde als een nieuwe relatie zich aandiende. Of beter gezegd: die hij met zijn sterke blik naar zich toe trok. Omdat hij zeer geboeid was door het vrouwelijke schoon, vereeuwigde hij zijn geliefden in zijn schilderwerken. Zichzelf schilderde hij zich als een mythologische figuur: half stier, half mens.

In oktober 1900 trok trok Picasso naar de kunstenaarswijk Montmartre in Parijs. Hij bewonderde de Francaises en vooral Lore die ook wel Germaine genoemd werd. Na de dood van zijn vriend en landgenoot Carlos Casagemas kwam hij in de blauwe periode, die drie jaar duurde.

Madeleine inspireerde hem tot de roze periode. Daarna woonde hij zeven jaar samen met Amelie ook wel Fernande Olivier genoemd. In die tijd raakte hij geïnspireerd door primitieve Afrikaanse kunst, die tot de kubistische periode leidden, zoals Les demoiselles d’Avignon (1907) laat zien.

Na de breuk met Amelie begon Picasso een verhouding met Eva Gouel. Hij ging bij George Braque wonen en experimenteerde met gouaches. Na de dood van Eva in 1915 door tuberculose vertrok Picasso met Jean Cocteau naar Rome en werd daar verliefd op de 26 jarige ballerina Olga Khokhlova,die ingevoerd was in het culturele circuit en onder andere Satie en Coco Chanel kende. In 1918 kwam het tot een huwelijk tussen de twee. Daaruit werd in 1923 de enig wettelijke zoon Paulo geboren die een moeilijke relatie met zijn vader had. Later gingen ze samen naar het stierenvechten om de Spaanse sfeer te proeven. De kus (1925) is vervreemdend door de spanningen in het huwelijk, dat vooral zich afspeelde tijdens de klassieke periode.

In 1927 ging Picasso terug naar Parijs. Zijn nieuwe muze werd de blondine Marie Thérèse Walter, die hij vroeg om voor hem te poseren maar die later zijn maîtresse werd in zijn surrealistische periode. Na de scheiding met Olga, die toch mevrouw Picasso bleef, raakte Marie Thérèse zwanger van dochter Maya (1935). Voor Picasso was zij als het jongere zusje dat hij op zijn twaalfde verloor. Ten tijde van het opkomend fascisme deelde hij het bed met Dora Maar, een vriendin van Paul Edouard en voor de tweede keer leefde hij een dubbelleven met twee vrouwen. In 1937 schilderde hij het doek Guernica als daad van wanhopig verzet tegen de fascistische kliek die het gelijknamige Spaanse dorp bombardeerde. Het enorme doek maakte een rondgang langs verschillende musea en werd bewaard in het MoMA in New York tot het in 1981 in het Prado zijn vaste plaats vond.

In de Tweede Wereldoorlog bleef Picasso in Parijs. Hij vereeuwigde Dora in De aubade, maar brak met haar en Marie Thérèse in 1944. In 1977 maakte de laatste een eind aan haar leven.   

Hij ontmoette Francoise Gilot en ging met haar naar Zuid Frankrijk. De relatie duurde ruim tien jaar. Picasso was toegetreden tot de communistische partij en woonde in een klein huisje en leefde zich tijdens zijn abstracte periode uit in vrouwenfiguren in de vorm van flessen. Zoon Claude werd later fotograaf in New York en stak na de dood van zijn vader veel tijd stak in de inventarisatie van de talloze werken. Later kwam er nog een zusje, Paloma geheten naar een witte duif. Gilot vond hem als schilder en persoon bijzonder maar moest afstand houden om niet door hem verzwolgen te worden. In 1951 volgde een breuk omdat Gilot niet zo volgzaam was als Picasso wilde.

De tweede en laatste echtgenote heette Jacqueline Roque. Ze was een gescheiden verkoopster en samen met haar woonde Picasso in Cannes. Na de dood van Olga trouwde hij met haar. Zij regelde de nalatenschap en voelde zich overvallen door de vele beeldhouwwerken en schetsen die zich in de kelder van hun villa bevonden. Maya zegt dat Picasso in die periode, de latere periode genoemd, de tijd wilde inhalen. Hij stierf tekenend op zijn bed. Jacqueline organiseerde in 1986 een overzichtstentoonstelling van zijn werk en schoot zichzelf vervolgens dood.   

Door de successierechten verwierf de Franse staat veel doeken, die in het Picasso museum werden geëxposeerd. Om het verhaal van de erfenis af te maken: ook de andere kinderen deelden in de nalatenschap van Picasso.

P.S. De figuur van Adriana in de film Midnight in Paris is een fictioneel personage opgebouwd uit verschillende minnaressen van Picasso in de jaren twintig. 

Wij zijn 18 (2014), documentaire van Tomas Kaan



De onzekere binnenwereld van achttienjarigen

Hoe is de denk- en leefwereld van jongens van 18? Het is niet zo gemakkelijk daar achter te komen, zelfs niet als men jongens van die leeftijd kent, want hun leven laat zich niet zo goed kennen, ook niet voor hen zelf trouwens. Het onbezorgde jeugdland is een cocon, waarin men zich beschermd weet, maar de onzekerheid is groot. Het leven dat komen gaat voor een groot deel onbekend. Tomas Kaan probeert door te dringen in hun binnenwereld.

Kaan nodigde een groep leeftijdsgenoten een week uit in een oud hotel en filmde hen op verschillende momenten, zoals tijdens het eten of tijdens het scheuren in een oude auto, die vervolgens wordt gesloopt (zie foto). Ook had hij gesprekken met de jongens individueel. Hun namen kwamen pas achteraf in beeld zodat niet altijd viel uit te maken was met wie we van doen hadden, maar misschien was het wel de bedoeling van Kaan wel om ons onder te dompelen in de sfeer die bij een achttien jarige leeftijd past. In ieder geval mijn excuses als ik een uitspraak bij een verkeerde naam gezet heb.

De documentaire Wij zijn 18 met als ondertitel Ontboezemingen op de magische grens van volwassenheid is opgebouwd uit negen hoofdstukken die een bepaald aspect van het leven zoals drugs, seks, agressie, meisjes en de relatie met de vader tot onderwerp hebben, zoals Wij zijn nieuwsgierig of Wij dromen. Verder valt op dat een groot deel van de documentaire in zwart wit is, waaronder alle interviews, zoals met Guus die de spits afbijt en af en toe diepzinnige opmerkingen maakt.

Deze jongen zit met een bloot bovenlijf op een stoel en zegt dat het leven om hemzelf draait. Hij ziet zichzelf nog steeds als dezelfde persoon, al wordt zijn stem lager en heeft hij okselhaar (maar daarentegen nog geen borsthaar). Toen hij zeven jaar oud was, zag hij voor het eerst porno. Het was als met een autowrak langs de snelweg waar je liever niet naar kijkt, maar het toch doet. Hij zou het voor een meisje vernederend vinden als hij aan porno zou denken in contact met haar. Met het ouder worden hoeft hij zichzelf wellicht minder te bewijzen voor anderen, maar meer voor zichzelf, al blijft toch de drang om zijn mannelijkheid te bewijzen om niet buiten de boot te vallen. De tijd zonder verplichtingen was de mooiste. Op het eind zegt hij dat volwassenheid betekent dat de onzekerheid voor een groot deel wordt uitgebannen en dat er stabiliteit is bereikt.

De zwarte Shaquille uit Curacao is herkenbaar tussen anderen die vaak veel op elkaar lijken. Muziek is belangrijk in zijn leven, net als zijn moeder. Hij wil net zo sterk worden als zij. Opgroeien is stressvol vanwege de fouten die men kan maken. Hij zag de pijn van zijn moeder over zijn alcohol- en medicijnenverslaving. Hij wilde dood maar zag erop tegen op zijn zijn polsen door te snijden. Zijn vader kent hij niet en die hoeft hij ook niet te zien. Zijn tatoeages zijn volgens hem tijdloos. Porno kijken is handig om standjes te leren net zoals afbeeldingen uit de Kama Sutra. Hij wil met zijn liefdeskunst graag een meisje gek maken. Hij heeft nog veel te leren, maar hij denkt dat hij er wel komt. Ik meende te horen dat hij twee jaar voorwaardelijk had.

Een van de andere jongens kijkt uit naar een baard en weet niet precies wanneer hij een man is. (How many roads must a man walk down? schreef ik gisteren in mijn bespreking van het verjaardagsconcert voor Bob Dylan). Een jongen die vroeger heel dik was en een maagverkleining heeft ondergaan zegt dat hij nog nooit met een meisje naar bed is geweest, maar daarover liegt omdat de druk van zijn omgeving groot is. Toekomstdromen zijn nogal materieel van aard.  

Hier de site van Tomas Kaan met daarop de trailer. Hij gebruikt een citaat uit Demian van Herman Hesse als motto voor Wij zijn 18. Daarin is de mens als een vogel die om te groeien zijn ei kapot moet maken.

vrijdag 30 mei 2014

Bob Dylan – 30th Anniversary Concert Celebration (2014), documentaire van Gavin Taylor



Soort verlosser die het levensgevoel van een generatie vertolkte

Het dertigste verjaardagsconcert voor Bob Dylan (rechts op de foto naast George Harrison) op 16 oktober 1992 in het Madison Square Garden Center in New York dat door vele beroemde collega’s werd opgeluisterd, is alweer ruim twintig jaar geleden en nu pas is er een officiële registratie van gemaakt door Gavin Tgaylor. Aan de selectie kleven de nodige vragen. Zo heb ik Johnny Cash niet horen zingen met zijn vrouw, miste ik Tracy Chapman en Chrissie Hynde en kwam Sinead O’Connor met haar kale kop alleen tijdens de slotsamenzang in beeld. Daarom heb ik aan het eind van dit artikel de registratie van haar opzienbare optreden doorgelinkt van Youtube.

De liederen die wel ten gehore werden gebracht vormen een dierbare herinnering, die terug deden denken aan de grote televisieconcerten in de jaren tachtig. Veel teksten gaven hoop in bange dagen en werden grijsgedraaid. Don’t think twice, it’s allright, zingt Eric Clapton voorafgaande aan het optreden van The Band met When I paint my masterpiece.  

Documentairemaker Gavin Taylor, die overigens in 2013 overleed, begint met Bob Dylan zelf, hoewel we hem pas aan het eind op het podium zien met My back pages en Knockin’on heavens door. Hij wordt gevraagd of hij een dichter is of een zanger. Hij antwoordt dat hij niet houdt van etiketten en gewoon een guitarplayer is.

John Mellencamp bijt muzikaal de spits af met Like a rolling stone, dat de gevleugelde zinnen How does it feel to be on your own with no direction known bevat, gevolgd door A complete unknown, like a rolling stone, waarmee hij de gevoelens van veel adolescenten uit de jaren zestig en later verwoordde.

Daarna is het de beurt aan Stevie Wonder die achter de vleugel en op mondharmonica met Blowin’in the wind komt dat begint met de vraag How many roads must a man walk down before you call hem a man?

Na Eddie Vedder en Mike McCready van Pearl Jam met Masters of War kondigt Johnny Cash zijn dochter Rosanne aan die met Mary Chapin Carpenter en Shawn Colvin, twee andere jonge vrouwelijke singersongwriters, het nummer You ain’t going nowhere ten gehore brengen.

Richie Havens zingt in Just like a women over de pijn die een verbroken liefde veroorzaakt. She takes just like a woman, she makes love just like a woman and she aches just like a woman but she breaks just like a little girl. Door deze regels hard mee te zingen werd de pijn dragelijker.

Ronnie Wood brengt Seven days ten gehore met daarin de oproep tot geduld. Seven days, seven more days she’ll be coming, I’ll be waiting at the station for her to arrive, Seven more days, all I gotta do is survive.

Neil Young komt met het poëtische All along the watchtower, dat begint met de zin There must be some kind of way out of here, said the joker to the thief. Dit nummer is ook door Freek de Jonge gebruikt in zijn theatershow De tragiek (zie onderaan dit artikel). George Harrison zingt Absolutely sweet Marie, waarna Tom Petty and the Heartbreakers Rainy day woman inzetten, gevolgd door Mr Tambourine man samen met Roger McQuinn. 

Er was nog zoveel geweest wat ik had willen horen. Jammer dat er in 2012 geen vijftigjarige herdenking is geweest. Bob Dylan was dan misschien geen verlosser in de strikte zijn van het woord maar hij vertolkte wel het levensgevoel van vele jongeren in de jaren zestig en daarna.

Hier de registratie van het (non) optreden van Sinead O’Connor. Voor we haar in Madison Square Garden zien repeteert ze heel gevoelig het nummer I believe in you van de cd Slow train coming. Vervolgens zegt ze dat deze cd haar in leven heeft gehouden, want zonder deze muziek had ze het niet overleefd. Op het podium bleef een groot deel van het publiek fluiten omdat ze korte tijd daarvoor een foto van de paus had verscheurd. Na lang wachten zette ze eindelijk War in van Bob Marley, schreeuwend en wel, waarna ze werd opgevangen door Graham Nash (als ik het wel heb).

Hier de blogspot Bob Dylan in (het) Nederland(s) voor meer informatie, hier mijn recensie van Al mijn zonen van Arthur Miller met daarin de eerste drie strofen van All along the watchtower in de vertaling van Freek de Jonge, hier mijn bespreking van de experimentele film I’m not there (2007) van Todd Haynes over Bob Dylan.

donderdag 29 mei 2014

Reza Aslan over De zeloot, Doc Talks, 26 mei 2014



De historische Jezus is een ander dan de bijbelse

Chris Kijne heeft godsdiensthistoricus, filosoof en schrijver Reza Aslan op bezoek omdat zijn boek De zeloot – Het leven van Jezus van Nazareth en de geboorte van een religie - een bestseller in de Verenigde Staten - inmiddels in het Nederlands is vertaald.

Aslan was negen jaar toen hij met zijn gezin uit Iran naar de Verenigde Staten vluchtte. Hij was een belijdend moslim maar wilde daar niet voor uitkomen in een tijd dat de islam vanwege de gijzeling van Amerikanen in Teheran in opspraak gekomen was. Tijdens een evangelisch jeugdkamp op zijn vijftiende raakte hij gefascineerd door het verhaal van Jezus, dat hij helemaal niet kende. Hij bekeerde zich en begon de nogal conservatieve leer te verkondigen.

Op Harvard leerde hij dat er een verschil bestaat tussen de bijbelse en de historische Jezus. Aslan was meer geïnteresseerd in de tweede, omdat de mens toegankelijker is dan de God, die immers een veilig vangnet biedt voor alle problemen. De uitspraak van Mattheus (10:34) dat Jezus niet gekomen is om vrede te brengen maar het zwaard, duidt erop dat we met een complexe persoon te maken hebben. Dat wilde Aslan in zijn boek benadrukken.

De historische Jezus is een jood die het judaïsme preekte aan andere joden. Als hij sprak over de messias bedoelde hij niet God, maar de opvolger van koning David. Dat was een revolutionaire uitspraak in een tijd waarin godsdienst en politiek niet gescheiden waren en de Romeinen de macht hadden in Palestina.

Aslan wilde Jezus in de joodse context van zijn tijd plaatsen. Er waren veel andere predikers die populairder waren dan Jezus maar de laatste overleefde de anderen door zijn biografie als arme ongeletterde boer met veel charisma die een beweging begon die gevaarlijk was voor de bestaande Romeinse orde en op de tweede plaats omdat hij een sociale leer verkondigde die haaks stond op de toenmalige waarin de rijken, waaronder ook de joodse priesters, als eersten het koninkrijk zouden binnen gaan.

Kijne wil graag weten hoe de christenen deze man tot God konden bombarderen.
Aslan zegt dat de evangeliën mythologieën zijn, achteraf geschreven door joden in het Grieks voor een Romeins publiek. Pas in het evangelie van Johannes wordt Jezus, anders dan bij de drie eerdere evangelisten, voor het eerst zoon van God genoemd. Dat is na de verwoesting van de tempel in Jerusalem. Om de Romeinen voor zijn denkbeelden te winnen moest Jezus minder joods en minder revolutionair gemaakt worden en mochten de Romeinen niet verantwoordelijk gesteld worden voor zijn dood. Daarom waste de in wezen wrede Pilatus zijn handen in onschuld. Ook de keuze van het volk tussen Jezus of Barabas is fictie. De ontjoodsing van Jezus diende ervoor dat de joden verantwoordelijk gesteld konden worden voor diens dood.

Natuurlijk kwam er kritiek uit christelijke hoek op zijn visie waarin de goddelijkheid van Jezus werd afgenomen, maar Aslan vindt de mens Jezus veel meer bijzonder. Ook de opstanding is niet per definitie een ahistorisch feit aangezien de volgelingen van Jezus hem na diens dood nog hebben gezien. Dit maakte van een kleine beweging een van de grootste religies.

Aslan geeft toe dat we weinig weten van de historische Jezus, behalve dat de joodse historicus Flavius Josephus over Johannes vertelt en hem de broer noemt van Jezus die hij niet nader aanduidt, waarmee gezegd waardoor dat Jezus een bekend figuur was.
Volgens de Duitse theoloog Rudolf Bultmann kijkt men in een spiegel als men de persoon Jezus bestudeert en ziet men vooral zichzelf, maar Aslan meent dat zijn twintigjarige onderzoek Jesus het meest dichtbij brengt als hij was. Ook zonder christen te zijn kan men zijn voorbeeld volgen. Zeer ideeën over het aanpakken van de machtigen zijn nog geheel niet verouderd.   

Hier een kritische recensie, maar die is dan ook van een student aan een priesteropleiding. Hier een bespreking van Maarten ’t Hart vanuit zijn moestuin.

Filmrecensie: L’ecole de la chair (1998), Benoit Jacquot


Modeontwerpster in de ban van een jonge ober, die zich niet laat kooien

Isabelle Huppert speelt de hoofdrol in L’ecole de la chair als een mode ontwerpster die niet tevreden is met haar persoonlijk leven en een oogje laat vallen op Quentin, een boksende jonge ober in een gaybar. De relatie ontwikkelt zich met allerlei hobbels, die in een Amerikaanse film al gauw teveel zouden zijn, maar daardoor een des te realistischer en spannender beeld geven van het leven.

Het avontuur tussen de gescheiden veertiger Dominique en de vrijgezelle twintiger Quentin begint als Dominique samen met haar vriendin een gaybar bezoekt en daar Quentin ziet. Volgens travestiet Chris, die Dominique inlicht over de ober, is Quentin niet erg betrouwbaar en soms agressief. Chris kan het weten want hij heeft een relatie met Quentin achter de rug.

Desalniettemin is Dominique zo in de ban van de jongeman dat ze hem uitnodigt voor een etentje. Als hij daarna in een speelhol achter een game kruipt wordt ze behoorlijk ongeduldig. Ze staat op het punt om te vertrekken, is al vertrokken, maar keert terug om een nieuwe afspraak met Quentin te maken. Die besluit om meteen maar met Dominique mee te gaan naar een hotel, waar hij zijn gespierde lijf laat bewonderen. Als Dominique hem de volgende ochtend betaalt wil hij het geld eerst niet aannemen en daarna alleen omdat ze daarmee zijn telefoonnummer gekocht heeft.

Het valt nog niet mee weer in contact met Quentin te komen, omdat hij een vals nummer heeft opgegeven. Dominique maakt een afspraak met Chris om meer over Quentin aan de weet te komen. Het blijkt dat hij een grote schuld heeft aan de bar. Dominique voldoet de schuld en koopt hem daarmee vrij. Ze kleedt hem en gebruikt hem voor een fotoshoot.

Quentin blijft nog steeds een raadsel voor haar. Ze bezoekt de oudere heer Soukaz, die in het begin van de film door Quentin werd aangesproken, maar toen niets van de jongen wilde. Soukaz vertelt haar niet alles maar wel dat hij Quentin ooit bij hem woonde, dat hij in zijn binnenste koud is, zijn familie onderhoudt en dat hij bang is verlaten te worden.

Als Quentin na een etentje bij Dominique de hort op gaat om te werken, doorzoekt zij zijn papieren, waaronder het werkadres van zijn moeder. Als hij in de ochtend terugkomt met een vriend is Dominique ontdaan. Om het goed te maken wil Quentin een paar dagen met haar naar Marokko. Dominique brengt een bezoek aan de mensa waar de moeder van Quentin eten uitdeelt maar spreekt haar niet. De vakantie is ook geen succes. Bij toeval ontmoet ze Laurence Thorpe, een klant van Dominique, met man en minderjarige dochter Marine, die in hetzelfde hotel verblijven. Quentin is meteen gecharmeerd van de dochter…  

Omdat Quentin nog steeds niet aan een lijntje te krijgen is, begint Dominique een affaire met de oudere Fransman David Cordier. Quentin komt hem op een vroege ochtend tegen op de trap voordat hij het appartement van Dominique binnen gaat. Hij schrijft haar dat hij een tijdje weg is, maar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken, omdat hij van haar houdt. Dominique weet niet dat hij inmiddels verloofd is met Marine, maar ruikt onraad en zoekt hem op bij een homo ontmoetingsplek, waarna de ontknoping langzamerhand in zicht komt.

Isabelle Huppert speelt haar rol fantastisch. Opnieuw zien we het personage en niet de actrice erachter. In dit geval de directrice met haar grote verlangen en al haar pogingen om dat vervuld te krijgen in een drama met een spannend scenario. L’ecole de la chair die in het Engels The school of the flesh heet, is gemaakt naar de gelijknamige roman van de Japanner Yukio Mishima, die op 45 jarige leeftijd door harakiri een eind aan zijn leven maakte en een indrukwekkend oeuvre achterliet.

Hier de trailer.