Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 30 juni 2012

Halfjaarbericht Allerhande, maar vooral literatuur, 30 juni 2012


Het boek als een bijl.

Zoals een betrouwbaar kruidenier betaamt zet ik net als mijn grote broer een halfjaarbericht op mijn blog. Na mijn Jaaroverzicht 2011 is er weer aardig wat in de wereld gebeurd, niet alles ten goede. De Egyptische revolutie is behoorlijk uitgekleed, Syrië is een hel,
de toestand in Rusland gaat lijken op de periode Stalin en het elan van de VakBeweging mag ook niet groot genoemd worden. Dat laatste heeft waarschijnlijk te maken met onduidelijke veranderingsprocessen. Vorige week in Filosofisch Kwintet ging het over de status van de zzp-er. Moet de VakBeweging zich richten op vaste contracten of de diversiteit in de arbeidsverhoudingen laten bloeien? Ton Heerts kan er zijn tanden op stukbijten.

Wat betreft mijn blog heb ik gemerkt dat ik, buiten duurzaamheid, de zorg voor het milieu en moeder aarde, vooral aangetrokken word door ideologische onderwerpen, waarbij het bewustzijn aan de orde is. Ook in sommige literatuur zoals in Stad der engelen van Christa Wolf, die over de (wan)hoop van Oost-Duitsers gaat om iets beters dan communisme of kapitalisme te maken, speelt het ideologische een belangrijke rol.  

Ideologie is een veelgebruikt begrip uit de jaren zestig en zeventig, dat neutraal gezien ideeënleer betekent, maar vaak meer is dan dat. De ideologie is een ideeënwereld die als de enig mogelijke, de ware wordt voorgesteld. Althusser tuigde het begrip op met nieuwe betekennissen zoals in de ideologische staatsapparaten, zoals onderwijs waarin burgers een bepaald soort idee over de wereld krijgen opgedrongen. Ideologisch kreeg zelfs de betekenis van onwaar zoals in de ideologie van gelijke kansen, een voorstelling van zaken die geen recht doet aan de werkelijkheid, een versimpeling van de werkelijkheid. In het genoemde Filosofisch Kwintet ging het erover dat het gelukkige gevoel dat mensen hebben over een betaalde baan wordt ingegeven door de manier waarop in onze maatschappij over arbeid wordt gedacht. Huisvrouwen - en mannen voelen zichzelf ondergewaardeerd. Hun ontevredenheid wordt ingegeven door het zich verinnerlijken van maatschappelijke ideeën. 

Bij ideologie gaat het altijd om een overtuiging, zoals in veel documentaires getoond wordt die ik het laatste half jaar besprak. Het is soms bijna een geloof, zei Sherko Fatah in de VPRO-documentaire van Wim Brands over Nieuwkomers. De hoofdpersoon in zijn roman We gaan als het donker wordt wendt zich tot de islamitische ideologie omdat zijn wereld verbrokkeld is geraakt. In de documentaire Het kaf en het koren over de dag des oordeels die op 21 mei 2011 had moeten plaatsvinden, gaven aanhangers van Harold Camping alvast hun baan op en maakten hun geld op. De desillusie was groot toen bleek dat de aarde de volgende dag gewoon doordraaide.

Gezegd moet worden dat de werkelijkheid onmogelijk zonder ideologische vooringemomenheid waargenomen kan worden. Iedereen heeft een bril op, of je wilt of niet.
Het is alleen de vraag of je bereid bent je daarvan bewust te zijn. Katrin Himmler spreekt in Hitler’s kinderen zinnige woorden over haar belasting in de familie met de broer van haar opa, een hoge SS-er.

Ellen Heijmerikx sprak bij Pauw en Witteman over de grenzen die door het Noorse broederschap overschreden werden. De kinderziel wordt daarmee beschadigd. Het kind heeft geen meer invloed meer over zijn denken, wordt willoos. Ze maakte het aan de lijve mee. Vandaar toch weer het belang van taal, van lezen. van literatuur. Het boek is als een bijl waarmee de bevroren zee in ons wordt opengespleten schreef A.L.Snijders vrij vertaald naar Kafka. Door veel te lezen raken we onze vooringenomenheid beetje bij beetje kwijt. 

vrijdag 29 juni 2012

Dead Men Talking (2011), documentaire van Robin Newell


Interviews voor executie.

Op de dag dat Japan drie gevangenen executeert (donderdag 29 maart 2012), kijk ik naar een aangrijpende documentaire waarin de Chinese journaliste Ding Yu interviews houdt met ter dood veroordeelden in de provincie Henan. Ze doet dit om achter hun motieven te komen en te horen wat ze achteraf van hun misdrijven vinden. Daarnaast komen ook ontmoetingen met familie in beeld vlak voor de terechtstelling. Zo zegt een moeder tegen haar geboeide zoon dat ze nooit goed voor hem heeft gezorgd.

Het schokkende is dat de interviews sinds enkele jaren wekelijks als reality televisie in China worden uitgezonden en zeer goed bekeken worden. De producent van het programma Interviews before execution vindt dat hij een verantwoordelijke taak heeft, namelijk om de Chinezen te waarschuwen voor antisociaal gedrag. Terwijl gevangenen vroeger een bordje om kregen met daarop de schanddaad die ze begingen, komt de moordenaars nu rechtstreeks in beeld. Een vrouwelijke rechter zegt dat ze de emoties die in het programma getoond worden niet meetelt in haar oordeel.

Ding Yu heeft inmiddels al meer dan tweehonderd uitzendingen gemaakt. Ze ziet de eerste aflevering terug met waarin een hartverscheurende afscheid van een dochter en haar vader. Ding ziet zichzelf als een getuige bij de overgang van leven naar dood. Ze leeft met de gevangenen mee. Volgens Ding lucht het interview hen vaak op. Ze voelen geen zelfverachting meer, maar berusten in hun lot. Ze herinnert zich iedereen nog, maar sommigen springen eruit, zoals de homo Boa Rongting, die zijn moeder vermoordde. Ding vond hem weerzinwekkend, maar durfde dat niet tegen hem te zeggen omdat hij dan een muur zou optrekken en zijn gevoelens niet meer zou prijsgeven. Ding was de enige die met Boa een band had. Hij vroeg haar of hij naar de hemel ging en wilde haar een hand geven. Ding raakte tenslotte zijn middelvinger aan en voelde die nog lang na de terechtstelling.

Wu Yanyan heeft haar man levend verbrand omdat hij haar mishandelde. De rechters wilden haar straf omzetten in levenslang en organiseerden een bijeenkomst tussen de twee families. De geëmotioneerde ouders van de zoon weigerden een overeenkomst. Als Ding de video van de ontmoeting aan Wu toont, stort die in. Ook een ontmoeting tussen Wu en een zus van haar vroegere man levert niets op. In de rechtbank wil de getraumatiseerde vader dat een eind wordt gemaakt aan zijn nachtmerrie. De familie van Wu biedt een financiële schadeloosstelling aan. De rechter stelt de doodstraf met twee jaar uit.

We zien dat een veroordeelde man zijn jonge kinderen knuffelt. Vaak zijn de kinderen van de ter dood veroordeelden de slachtoffers. Vele hebben psychische problemen en worden behandeld in een apart dorp naast een vrouwengevangenis. Het contact met de veroordeelde moeders wordt langzaam afgebouwd.

In het weekend kookt Ding voor haar gezin om de stress en de spanning van zich af te zetten. 
Het komt toch wel binnen, meer dan ze had gedacht. Een zaak waarbij drie mannen een arm meisje doodden omdat ze dachten dat ze rijk was en losgeld voor haar konden krijgen, bezwaarde Ding. Toen een van de mannen haar vertelde over de manier waarop ze het meisje gedood hadden, moest ze tot haar eigen verbazing huilen. In een nachttrein zag ze een hele rij veroordeelden die naar haar staarden. Ze zegt dat al die verhalen niet goed voor haar zijn, dat er teveel vuil in haar hart zit.

Documentairemaker Robin Newell zegt dat het aantal doodstraffen daalt. Ze worden vaker uitgesteld. De vrouwelijke rechter ziet de doodstraf als een geweldsdaad en vraagt zich af of die in de toekomst niet moet worden afgeschaft.

Ding is inmiddels toe aan aflevering 226 waarin een vrouw de minnares van haar man doodde.

Hier meer info en een dia show.

donderdag 28 juni 2012

Under African skies (2012), documentaire van Joe Berlinger


Muziek versus politiek

Paul Simon is in juli 2011 weer in Zuid-Afrika. Hij ontmoet in Johannesburg de muzikanten met wie hij 25 jaar daarvoor het album Graceland (1986) maakte voor een reünieconcert. Het album, dat pop- en Afrikaanse muziek met elkaar combineert, werd destijds een groot succes maar leidde ook tot verontwaardiging omdat Simon zich niet hield aan de culturele boycot van het apartheidsregime. Hij praat daarover na met Dali Tambo van de Stichting Artists Against Apartheid en zoon van Oliver Tambo, die een belangrijke rol in het verzet tegen de apartheid speelde. Simon en Tambo vertellen in deze documentaire, opgedragen aan Miriam Makeba en alle slachtoffers van de apartheid, ieder hun eigen verhaal.

Paul Simon hoorde een tape van de Boyoyo Boys en was enthousiast. Zijn laatste album Hearts and bones was geflopt. Hij wilde wel naar Zuid-Afrika, dan werd hij ook niet zo op de huid gezeten door platenbazen, die benieuwd waren of hij weer een hit zou scoren. Harry Belafonte adviseerde hem contact op te nemen met het ANC. Simon deed dat niet. Hij vond dat de stem van de artiest boven politiek ging. Anders dan Peter Gabriel die Biko zong, wilde Simon zich onthouden van politiek, maar wel op muzikaal gebied het beste geven wat hij had. Hij ging naar Zuid-Afrika op uitnodiging van een stel zwarte muzikanten, maar schrok van de raciale spanningen en voelde zich er niet op zijn gemak. Hij bleef niet langer dan een dag of tien, maar had er wel een goede tijd met allerlei muzikanten. Accordeonist Forere uit Lesotho werkte in de mijn en speelde Basotho melodieën die aan de basis stonden van Boy in the bubble. Shangaan zangeressen zongen expres wat out of tune tijdens I know what I know. Hij raakte betoverd door de a capella muziek van Joseph Shabalala. Er groeide een band met leden van de band Stimela, die door het regime werd vervolgd. Hij haalde hen naar Londen en later naar New York voor de opnamen. Tot hun verbazing konden ze zonder vergunning naar Central Park.

Simon , waar hij tekst toevoegde, zoals deze strofe uit het gelijknamige nummer:
There is a girl in New York City
Who calls herself the human trampoline
And sometimes when I'm falling, flying
Or tumbling in turmoil I say
Oh, so this is what she means
She means we're bouncing into Graceland
And I see losing love
Is like a window in your heart
And everybody sees you're blown apart
Everybody feels the wind blow.
Simon wilde de titel veranderen, maar dat lukte niet. Hij besloot naar het graf van Elvis in de Mississippi delta te gaan, waardoor het nummer een bredere betekenis kreeg. Het werd een metafoor voor een staat van genade. Simon schreef Homeless met de tekst Homeless, homeless, Moonlight sleeping on a midnight lake, die werd aangevuld met Afrikaanse woorden door Joseph Shabalala.

Nog voor het uitkomen van het album Graceland, traden Simon en Stimela op met het zwarte koor Ladysmith Black Mombassa in Saturday Night Life. Met Diamonds on the soles of her shoes boekten ze veel succes. Het album werd goed ontvangen, maar al gauw kwam er kritiek van anti apartheidsactivisten. Het ANC voelde zich op de tenen getrapt. Trompettist Hugh Masekela, die zich tegen de boycot verzette haalde de verbannen Miriam Makeba erbij tijdens het wereldtoernee in 1987. De Zuid-Afrikanen mochten niet optreden. President Mbeki wilde meer soepelheid van het ANC maar die wilde daar niet van horen. Ray Phiri, de gitarist van de band, vond dat hij voor de tweede keer geslachtofferd werd. In Zimbabwe speelden ze Under African skies voor blanke en zwarte Zuidafrikanen. Toen Mandela in 1990 vrij kwam vroeg het ANC Simon om een optreden. Achteraf zag de muziekrecensent van de New York Times in dat hij het bij het verkeerde eind had.

Tambo vond de actie van Simon om naar Johannesburg te komen ongelukkig. Hij was een bedreiging voor de ingestelde boycot van het apartheidsregime door VN en ANC. Daaronder viel ook een culturele boycot. Tambo leefde in ballingschap. Simon vraagt waarom hij een uitnodiging kreeg. Tambo zegt dat muzikanten graag met hem wilden werken. Hij verwijt Simon dat hij kansen bood aan enkelingen, maar dat het volk zuchtte onder de dictatuur. Simon zegt dat artiesten altijd onderaan de maatschappelijke ladder staan en vaak als legitimatie voor een bewind gebruikt worden. Tambo zegt dat ze terug zien op een grillige periode, maar dat die door de politieke situatie werd opgedrongen. Simon excuseert zich ten slotte voor zijn gebrek aan inzicht. Tambo en hij omarmen elkaar broederlijk.   

Hier de trailer, hier mijn recensie over de docu van Mika Kaurismäki over Miriam Makeba.

woensdag 27 juni 2012

David Hockney: A bigger picture (2009), documentaire van Bruno Wolheim



Schilderen in het post-fotografische tijdperk

In deze documentaire volgt Bruno Wolheim David Hockney op zijn weg terug van Hollywood naar East Yorkshire, waar hij geboren is. Hij kwam er vaker in de tijd dat zijn moeder nog leefde, maar ging altijd weer terug naar de Verenigde Staten voor zijn honden.

Hockney voelt zich eenzaam in Amerika en besluit om terug te keren naar zijn geboortestreek voor nieuwe inspiratie. Hij schildert, geassisteerd door de Franse accordeonspeler Jean Pierre, in de openlucht de heidevelden rond Bradford. Wolheim mag hem filmen. Een foto kan de schoonheid van het landschap niet vastleggen, zegt de man, die vaak de camera gebruikte als hulpmiddel en ook fotocollages maakte. In de documentaire Secret Knowledge heeft hij zich verdiept in het kijken door een gaatje, hetgeen afstand schept, waardoor de kijker niet meer een deelgenoot is. Hij staat liever in een winderige vlakte.

Op de kunstacademie in Londen lachte men om zijn dialect. Hij nam na de dood van zijn moeder in 1999 met Jean Pierre en kok en partner John zijn intrek in haar huis aan de kust in Bridlington. Zus Margaret zegt dat de ouders diep gelovig waren en dat hun moeder dominant was.

Behalve om afscheid te nemen van zijn fotografische periode is Hockney ook naar Yorkshire gekomen om dicht te zijn bij zijn vriend en plaatsgenoot Jonathan Silver, die in 1997 overleed. Hockney maakte schilderijen van de route die hij reed om hem te bezoeken. In die tijd werkte hij nog veel met de camera, zes jaar later heeft hij zich bekend tot een minimalistische opvatting van kunst.

Hockney tekent allerlei soorten grassen in de omgeving en kijkt daardoor beter om zich heen. Hij schildert met waterverf en baseert zich daarmee op de Chinese kunst, die de blik niet fixeert maar, zoals het oog gewend is, uitgaat van een bewegende blik. Hij vindt net als de Chinezen dat schilderen met oog, hand en hart moet gebeuren. Hij doopt zijn penseel ook in de olieverf.

Het huis in Los Angeles staat al een jaar leeg als Hockney terug is voor een retrospectief. Love life, zegt hij tijdens een interview tijdens de opening. Hij heeft zijn landschapsportretten uit Yorkshire meegenomen en laat die ophangen in een zaal terwijl hij zelf op een stoel in het midden zit en over zijn werk praat.

Hij vindt het bijzonder om van het gewone wat te maken. Hij schilderde zeven keer hetzelfde pad in verschillende jaargetijden. Later legde hij op zes panelen een landschap vast. Het proces van schilderen stond centraal, zegt Wolheim. We’re all on our own, zegt Hockney. Met onze eigen herinneringen scheppen we subjectieve ervaringen. We are a tiny part of nature, that is in a constant movement. He is aware of his mortality en blijft schilderen tot hij er bij neervalt. Sommigen hebben meer levenskracht dan anderen, verklaart de levensgenieter. Met zijn zeventig jaren ervaart hij het leven als een geschenk. Het leven is een mysterie dus is het mogelijk dat er straks nog een ander mysterie volgt.

Hij moet nog iets groots maken voor een tentoonstelling in The Royal Academy of Arts. Omdat hij de omvang (55 vierkante meter) niet kan overzien, bedient hij zich van een digitale camera. Opnieuw dus de camera als hulpmiddel, een toepassing in een proces zonder vaste regels. Hij schenkt het werk aan het Britse volk. 

Hier het eerste deel van Secret Knowledge, hier Hockney over zijn tentoonstelling in The Royal Academy of Arts met dia’s van zijn schilderijen, hier een artikel van Bruno Wolheim in The Telegraph over zijn ervaringen met Hockney.

dinsdag 26 juni 2012

Het filosofisch kwintet, Bimhuis, 24 april 2012


Arbeid: recht of plicht?

In deze eerste aflevering van een serie over de verzorgingsstaat staat de plaats van de arbeid centraal. Wat is de functie van arbeid: plicht of een recht of allebei? Gespreksleider Clairy Polak (zie foto) heeft drie gasten aan tafel en begint, bijgestaan door Ad Verbrugge (rechts op de foto), met de plicht.

Politiek filosoof Rutger Claassen ziet meteen de bussen met Rotterdamse werklozen naar het Westland voor zich. Het oogt afschrikwekkend. Socioloog Ton Wilthagen stelt dat het idee van passend werk veranderd is in maatschappelijk aanvaardbaar werk. Econoom Paul de Beer legt uit dat er nadruk wordt gelegd op de houdbaarheid van de verzorgingsstaat. Als niet iedereen meewerkt is de verzorgingsstaat straks niet meer te handhaven, is het idee.

Polak neemt het woord dwangarbeid in de mond. De Beer zegt dat werklozen hun verplichte arbeidsdeelname aan de rechter voorlegden, maar niet in het gelijk werden gesteld. Voor wat hoort wat, zegt Wilthagen. Ad Verbrugge schetst de veranderende rol van de overheid. In de negentiende eeuw begon die zich vanwege de slechte omstandigheden in de industrie met de arbeid te bemoeien, bijvoorbeeld in de vorm van het verbod op kinderarbeid. Marx bekritiseerde het kapitalisme dat alle verhoudingen in beweging zet.

Claassen ziet tegenwoordig meer de bemoeienis van de staat om mensen in te schakelen in het arbeidsproces, ook studenten mogen niet te lang studeren. Eerder was arbeid een noodzakelijk kwaad. Onder invloed van het protestantisme werd arbeid een roeping en later een middel tot zelfverwerkelijking, hoewel ook de noodzaak blijft bestaan zich middels arbeid in leven te houden.

Withagen ziet een afname van humanisering van de arbeid. De Beer meent dat de staat sinds de jaren negentig actief is om mensen naar banen te helpen, omdat de anders verzorgingsstaat te duur wordt. Dat is een politiek oordeel dat door velen gedeeld wordt. Behalve dat zoiets goed is voor de economie en voor het levensgeluk houden we daarmee ook de voorzieningen betaalbaar. Helaas kan ik het kapitalisme de werkgever niet verplicht worden een werknemer aan te nemen.

Anders dan in de jaren tachtig toen men werklozen onbetaald werk liet doen, is tegenwoordig iedereen nodig. Wilthagen zegt dat onbetaald werk zoals mantelzorg betaald moet gaan worden, ,maar Claassen signaleert een zwalkend beleid van de overheid als het gaat om gratis kinderopvang.  

Verbrugge spreekt van kapitalisering als huishoudelijk werk wordt uitbesteed. Volgens Wilthagen worden mensen gelukkiger in een baan. De Beer zegt dat dit komt door de waarde die we aan betaalde arbeid toekennen. Werkloosheid betekent vaak niet veel goeds, behalve voor vutters die vrijwillig uit het arbeidsproces stappen. Volgens Verbrugge heeft dit te maken met Hegels principe van Anerkennung: de norm wordt geïnternaliseerd en werkt op het zelfbeeld in. Huisvrouwen hebben daardoor een slecht zelfbeeld. Als ze het huishouden overlaten aan een betaalde kracht en zelf ook gaan werken, zou iedereen gelukkiger zijn. Clairy Polak vindt het een lachwekkend idee. Ik neem aan dat ze de gedachte bedoelt om het zelfbeeld te volgen in plaats het te veranderen.

Claassen signaleert vervreemding op de werkvloer door het opdelen van de arbeid in taken. Ook zorgtaken krijgen een andere inhoud. Stress en burnout vormen een grote kostenpost. Verbrugge komt, tot (gespeeld) ongenoegen van Clairy Polak die vreest dat het publiek denkt dat ze met allemaal marxisten om de tafel zit, terug op Marx. Wilthagen ziet de herontdekking van de buurtzorg door de thuiszorg als een goede ontwikkeling.

Polak snijdt de flexibilisering aan. Daarover verschillen de meningen. De Amerikaanse socioloog Richard Sennett stelt dat flexibilisering botst met arbeidszekerheid en daarmee ook het gezinsleven op losse schroeven zet: trouw wordt in plaats van een vaste waarde iets oubolligs. Ook Verbrugge ziet een erosie van het karakter. De arbeidsverhouding zou in een tijd van verandering een anker moeten zijn. Claassen zegt dat een grote groep nog een vast contract heeft en dat jongeren als ze een huis willen kopen ook graag een vast contract willen. Wilthagen ziet zzp-ers die zich onderling verenigen in broodfondsen en daarmee voor-kapitalistische verhoudingen aangaan.

Ondanks het nogal abstracte karakter van het onderwerp met veel zijtakken was het toch een interessante discussie, wellicht ook omdat men, anders dan in de huidige kortzichtige politieke discussies, naar elkaar luistert.
    
Hier mijn blog over de aftrap van de debatten over de verzorgingsstaat op 14 april j.l., hier de discussie over het programma op Facebook.

maandag 25 juni 2012

Arie Storm over VSV en Ulixes, Radio 1, 23 juni 2012



De titel VSV van Leon de Winter is een afkorting van de Vondel School Vereniging. Theo van Gogh treedt erin op als beschermengel van crimineel Max Kohn. Net als in Herinneringen aan een engelbewaarder van W.F.Hermans krijgt hij een engelbewaarder op hem af gestuurd. De Winter haalt veel bekende Nederlanders uit de kast. Het stel Bram Moszkowicz en Eva Jinek is uit elkaar. Job Cohen, nog burgemeester van Amsterdam, heeft het scherpste karakter. Donner is minister. De Winter speelt rond de hoofdpersoon Max Kohn en zijn ex-geliefde Sonja een spel met feiten en fictie. Met strakke hand leidt hij de lezer door het boek heen. De atheïst Theo van Gogh zou knarsentanden als hij zou weten dat hij de rol van engel had gekregen. Hij bevindt zich in een tussenruimte tussen hemel en aarde en heeft de opdracht meegekregen de gevolgen van een gijzeling beperkt te houden. Storm vindt dat een roman moet leven en dit blijft teveel aan de buitenkant. Arjen Fortuin van NRC bleef achter met een talkshowgevoel. Arie Storm leest een stukje voor. Het is teveel opgeschreven, te expliciet, tegen de kitsch aan.



Dan Ulixes, het meesterwerk van James Joyce uit 1922, dat in een nieuwe vertaling is verschenen. Het is de meest niet gelezen klassieker, zegt Storm. Rob Schouten vroeg zich in Vrij Nederland af of wij tevergeefs hebben geleefd als we de half miljoen woorden niet tot ons genomen hebben. Storm vindt in ieder geval dit aantal overdreven. Het boek van 800 pagina’s bevat er niet meer dan een aantal honderdduizend. Storm las het ooit in het Engels en vindt de vertaling prachtig en gedurfd. Men is niet te beleefd geweest. Er is zelfs voor een nieuwe titel gekozen. In een passage over de geschiedenis van Engeland met parodieën op Dickens hebben de vertalers Nederlandse equivalenten als Couperus, Nescio en Beets gebruikt. Achterin het boek wordt dit uitgelegd. Storm raadt aan gewoon bij het begin te beginnen maar men kan ook willekeurig een ander hoofdstuk nemen: er gebeurt niet veel. Leopold loopt op een dag door Dublin zijn noodlot tegemoet. Het enthousiasme van Arie Storm doet naar de vertaling van Robbert Jan Henkes en Erik Bindervoet verlangen.   

zondag 24 juni 2012

Recensie: Ada (2009), Vladimir Nabokov


Weelderig proza als een struik met vele knoppen

‘Nirvana, Nevada, Vaniada. Tussen haakjes, ik moet er niet bij zetten, mijn Ada, dat onze mummie pas bij ons laatste onderhoud, na mijn premature, althans pre-maman-tuée, nachtmerrie over ’You can, sir ’ mijn petit nom bezigde, Wanja, Wanjoesja – dat had ze nooit eerder gedaan, en het klonk zo raar, zo ted… (stem ebt weg. radiatorbelletjes tinkelen).’

Aldus de eerste zin van het laatste hoofdstuk Ada in De Amerikaanse romans 1969-1974. Je komt bedrogen uit als je denkt dat je na zo’n zeshonderd bladzijden de springerigheid van Nabokov wel kent, zijn uitweidingen, zijn gebruik van allerlei talen door elkaar heen, zijn verwijzingen naar andere, veelal Russische, schrijvers. Mij was niet altijd alles duidelijk. Het boek schreeuwt om herlezing, om nog dieper in de rijkdom door te kunnen dringen.

De allereerste zin begint met een verkeerde aanhaling van de uitspraak van Tolstoj dat alle gelukkige gezinnen op elkaar lijken, waarmee Nabokov volgens een noot van de vertaler (René Kurpershoek) verkeerde vertalingen van Russische klassieken op de hak neemt. De lezer wordt vaker op het verkeerde been gezet. Vooral in het nogal cryptisch begin. Als ik de noten raadpleegde stond mijn vraag naar de betekenis van bepaalde termen, zoals in het citaat waarmee ik opende, er nooit bij. Als ik het boek daarvoor echter opzij had gelegd, dan had ik een fascinerende romance en een adembenemend zinnelijke liefde gemist van de zelfbewuste jonge Iwan (in spreektaal: Van) met een groot libido voor het bloedmooie, karaktervolle meisje Ada.

‘Gloeiende gutsen zonlicht snelden over haar zebrastrepen en de rugzijde van haar blote armen, en leken hun reis te vervolgen door de tunnel van zijn eigen gestel.’

Het boek opent met een stamboom. Het is dan ook een familiekroniek, zoals de verteller zelf in het vijfde en laatste deel schrijft, waarin hij op het eind de feiten nog eens samenvat.
De liefdesgeschiedenis speelt zich af in een aristocratisch milieu. In het Amerikaanse landhuis Ardis gaat het er nogal decadent aan toe temidden van een hele rits butlers en gouvernantes, die zich ook niet onbetuigd laten. De zusjes Aqua en Marina Durmanow zijn in het huwelijk getreden met de neven Daniël en Demon Veen, maar Aqua heeft al snel het loodje gelegd. Hun nazaten Van (geb. 1870) en Ada (geb. 1872) beleven aan het eind van de negentiende eeuw incestueuze avonturen met elkaar, waarbij ook Ada’s zusje Lucette (geb. 1876) betrokken raakt.
Nabokov beschrijft onverbloemd over hun erotische toenadering, maar ook heel bloemrijk, hetgeen een verademing is bij de plastische beschrijvingen, die je tegenwoordig vaak tegenkomt.

Iwan (Van dus) schrijft zijn memoires als negentig jarige zowel in de ik-vorm als meer afstandelijk in de hij-vorm, bijgestaan door Violet Knox.

‘Hij was een zeer trage schrijver. Het kostte hem zes jaar om de eerste versie te schrijven en aan juffrouw Knox te dicteren, waarna hij het typoschrift herzag, het geheel opnieuw uitschreef (1963 –1965) en het hele geval opnieuw aan de onvermoeibare Violet dicteerde, wier welgevormde vingers in 1967 de definitieve kopij uittikten.’

In het vierde deel volgt nog een filosofische verhandeling over de aard van de tijd, vlak voordat hij als vijftiger Ada in Zwitserland ontmoet na de dood van haar man.

De inmiddels stokoude Ada breekt af en toe in en ook de bezorger geeft commentaar waardoor er gelaagdheid ontstaat. Door alle toespelingen en woordspelingen (onder andere tijdens een partijtje scrabble tussen Ada en Van) hou je aan dit uitbundige proza een feestelijk gevoel over. Het verhaal schiet heen en weer in de tijd, wendbaar van het een naar het ander, als een filmcamera die heen en weer zwenkt. Het klatert en bedwelmt. De lyrische toon is net zo kleurrijk als die van de vogels die Ada met alle aandacht schildert. Een klassieker die, om het zo maar te noemen, na veertig jaar nog recht overeind staat.

Deze recensie verscheen eerder op de site van literairnederland. 

zaterdag 23 juni 2012

Mildred Hofkes over reputatie-onderzoek, Teylers museum, 17 juni 2012


In de serie Mag het ergens over gaan heeft Ziggy Klazes dit keer Mildred Hofkes op bezoek. Zij studeerde communicatie wetenschap in Groningen en schreef haar scriptie over de gang van zaken rond de Brent Spar, het olieplatform dat Shell tegen de zin van Greenpeace in de Noordzee wilde dumpen. De rationele benadering van Shell stond tegenover de emotionele van Greenpeace. De publieke opinie speelde in het conflict een belangrijke rol. Mensen laten zich niet meer zo gemakkelijk met een kluitje in het riet sturen. Men is zich bewuster van wat er in de wereld gebeurt, is gemakkelijker te mobiliseren en heeft men meer informatie.

In haar scriptie probeerde ze de tegenstelling zo waarachtig mogelijk weer te geven. Daarna deed ze onderzoek naar reputaties van bedrijven. In 2006 richtte ze haar eigen adviesbureau op. Ze vond het teleurstellend dat bedrijven weinig deden met haar adviezen. In 2006 deed ze reputatie onderzoek bij Hogeschool InHolland. Belanghebbenden waren ontevreden met het beleid. In 2007 deed ze een vervolgonderzoek. De resultaten las ze af op de reputatiebarometer. In 2010 ging de opleiding Media en Management onderuit en trok in de beeldvorming andere opleidingen mee. Er had geen interne doorvertaling van haar onderzoek plaatsgevonden.

Inmiddels zijn bedrijven en instellingen beter geneigd om naar hun reputatie te kijken. Het is anno 2012 noodzaak om een goede reputatie op te bouwen. Reputatie is anders dan het imago niet maakbaar. Banken hebben teveel vanuit een imago geleefd. Dat wordt door reclamemakers gecreëerd en is oppervlakkiger. Reputatie heeft te maken met een verbinding tussen mensen en komt van binnenuit. Hofkes begint, net als eerdere gasten, over Paul Polman van Unilever die geen kwartaalcijfers meer publiceerde om meer rust in het bedrijf te krijgen. Ook voor aandeelhouders heeft een goede reputatie een toegevoegde waarde.

Mildred Hofkes gebruikt termen uit de communicatietheorie om de relatie tussen bedrijf en consument aan te geven: hoe geloofwaardiger de bron, hoe gemakkerlijker de ontvanger de boodschap tot zich neemt. Ze raadt bedrijven aan te denken vanuit de ontvanger. Hofkes probeert de niet-financiële kant systematisch te meten.

De indicatoren om de reputatie te meten liggen bij haar, anders dan bij Wim Leereveld met zijn ATM-index die later dit jaar nog te gast is, niet vast. Ieder bedrijf net als iedere persoon anders. Reputatie wordt gevestigd door het nakomen van je belofte. Hofkes praat met klanten en vraagt naar hun verwachtingen.

Nederland kan gidsland worden op het gebied van het nieuwe besturen. Ons poldermodel is wereldberoemd. In haar boek Wisseling van de macht (2009) gaat ze in op een advies van het Financieel Dagblad om meer vrouwen aan de top te zetten. Hoewel zakenmannen het daar mee eens waren, gaven ze er geen gevolg aan. Hofkes hield interviews onder mannen en vrouwen na een aselecte steekproef. De uitkomst was dat men weinig zag in masculiene vrouwen. Van de huidige generatie bestuurders is weinig heil te verwachten.

Ziggy Klazes vraagt of mannen feminiene eigenschappen durven te tonen.
Mildred deed onderzoek onder burgemeesters waaruit bleek dat het tonen van kwetsbaarheid uiteindelijk het beste werkte. Helaas wordt dat soort zaken niet in opleidingen geleerd.

Ziggy zegt dat transparantie niet altijd positief hoeft te zijn, bijvoorbeeld door het openbaar maken van de hoogte van bonussen in de bankwereld, omdat dat scheve gezichten bij collega’s geeft. Mildred pleit ervoor de reputatie toe te voegen aan de financiële component, waardoor men meer bewust kan worden van onbewuste bekwaamheid.

Ziggy vraagt Mildred wat haar kansen zijn om beweging te krijgen in de top van het bedrijfsleven. Volgens Mildred is beweging noodzaak. Men heeft geen keuze. Ze noemt weer Polman die de plofkip uitschakelde.

Ziggy betwijfelt of de meerderheid van de burgers duurzaam vlees zal kopen. Mildred zegt dat we in een bijzondere tijd leven waarin mensen zich bewuster worden en dat kinderen het later vreemd zullen vinden dat wij zo respectloos met dieren omgingen.

Zoals gebruikelijk wil Ziggy weten wat het tipping point van de ommekeer is. Volgens de eerdere gast, de financieel specialist Willem Middelkoop, hebben we dat al achter de rug. Volgens Mildred kan het tipping point vandaag zijn met de Griekse verkiezingen, die tot een vertrek uit de eurozone kunnen leiden. In de eurocrisis wordt tijd gekocht. Een echte leider biedt perspectief en verdoezelt de kosten niet. Dit systeem is klaar, heeft zijn langste tijd gehad, daar is iedereen het over eens.

Maar we nemen nog steeds het vliegtuig, roept iemand in de zaal. Koningen lachten hun boodschappers uit, zegt Mildred. Behoudzucht en wegkijken zit in de mens, maar het maatschappelijk humeur kan snel veranderen, zie het rookverbod en de hypotheekrenteaftrek.
Opleggen hoeft van haar niet. Het gaat om de moed om keuzes te maken. Jezelf te laten zien, je zekerheden los te laten.

Ziggy vraagt of Mildred politieke ambities heeft, maar die heeft ze niet. Ze zou wel graag Griekenland op het EK voetbal tegen Duitsland zien winnen, maar die wens bleek gisteravond ijdele hoop.    

Hier een blog over Wisseling van de macht, hier de site van bureau Hofkes met de methode Hofkes.

vrijdag 22 juni 2012

Filmrecensie: The notebook (2004), Nick Cassevetes


Liefde en sociale verschillen

Het verhaal begint bij een demente dame (Gena Rowlands) die in haar luxe huis omringd is door vakkundig en hulpvaardig personeel. Ze wordt voorgelezen door een oudere man over een jongen en een meisje die in South Carolina wat met elkaar krijgen.

De kijker ziet hoe dat gebeurt. De 17-jarige Allie, een meisje uit de burgerij, wordt in 1940 op de kermis aangesproken door Noah, een jonge houtbewerker. Hij wil een ritje met haar maken in het reuzenrad, maar Allie kiest een jongen uit haar eigen milieu. Noah springt in hun wagentje op het moment dat dat onderaan is en veroorzaakt tumult. De baas van de attractie roept, terwijl ze weer de hoogte in gaan, dat hij naar eruit moet komen. Zo’n wagentje is niet geschikt voor drie personen. Noah grijpt een stang en hangt in de lucht. Hij daagt Allie uit om met hem uit te gaan, want anders laat hij los. De jongen die naast Allie zit kan het niet aanzien en wil dat ze toegeeft, hetgeen Allie dan ook doet.

Zij is me het karaktertje wel, want als Noah haar later in de stad ontmoet, ziet ze toch af van het afspraakje. ‘You don’t know what you want,’ zegt Noah, die haar tenslotte wel mee krijgt naar de film. Na afloop wandelen ze over straat. Noah gaat op een kruispunt op de grond liggen om naar de stoplichten te kijken. Hij nodigt Allie uit naast hem te komen liggen. Ze kan zich zoiets eigenlijk niet toestaan, maar laat zich toch overhalen. Ze beleeft daardoor een bevrijding uit de strakke normen van de burgerij. Vanaf dat moment is het dik aan tussen de twee.

Het is fantastisch zoals Rachel McAdams invulling geeft aan de rol van Allie. Ze is levenslustig, sprankelend, een meisje uit één stuk en nog geloofwaardig ook. Als ze op bezoek bij Noah en zijn vader gaat, hoort ze dat haar vriend een gedicht van Walt Whitman opzegt. De vader legt uit dat Noah zijn stotterprobleem heeft overwonnen met het luidop declameren van poëzie.

Helaas hebben haar ouders andere plannen met haar. Vooral de moeder wil niets weten van haar omgang met een houtbewerker. Haar vader is laconieker. Met zijn fraaie zuidelijke accent straalt hij vooral genotzucht uit in hun zomerverblijf in de buurt van Charleston. Als Noah tijdens een etentje wordt uitgenodigd, verneemt hij dat Allie naar San Lawrence in New York gaat.

Noah en Allie zetten hun liefdesrelatie voort, maar gemakkelijk hebben ze het niet met elkaar. Hun denkbeelden verschillen maar hun liefde overwint alles, zo lijkt het. Noah toont Allie een oud vervallen huis aan een meer dat hij voor haar gaat opknappen en waar ze dan op het balkon kan schilderen. Allie is daarmee zeer gelukkig, maar opeens wordt de verhouding afgebroken omdat haar moeder besluit om de vakantie eerder af te breken. Een briefwisseling tussen Noah en Allie houdt ze door de brieven van Noah weg te houden. 

Inmiddels wordt het oorlog. Noah moet in dienst, Allie ontmoet Lon die veel meer naar de wens van de moeder is en vergeet Noah. Vlak voor de bruiloft met Lon ziet ze een foto in de krant van Noah bij zijn huis. Ze gaat nog een keer bij hem op bezoek. Samen maken ze een tochtje met de roeiboot over het meer dat overdekt is met ganzen. Vanwege een onverwachte onweersbui regent Allie drijfnat, alweer een moment van bevrijding. Wat onvermijdelijk volgt is een loyaliteitsconflict met de sociale verschillen als basis. 

Af en toe schakelen we over naar de voorlezende man en de dementerende vrouw. Het is niet altijd van belang voor het verhaal, maar wellicht gebeurt dat om de kijker nog steeds ervan te doordringen dat er een relatie is tussen de liefdesaffaire en de twee oude mensen. Op het eind volgt nog een verrassing over het boek dat de man voorleest.  

Vooral het eerste deel van deze film naar de gelijknamige roman van Nicolas Spark, is het meest aasprekend door het vitale spel van Ryan Gosling en vooral Rachel McAdams. Hier een mini bio van haar. Hier de romantische trailer.

donderdag 21 juni 2012

Recensie: Dinsdag (2012), Elvis Peeters


Oude man worstelt met verleden.

België en Congo hebben een intieme band met elkaar, een trauma waarover Van Reybrouck onlangs nog in extenso berichtte. Dit pijnlijke onderwerp kan ook in een kleinere opzet uitgestald worden. Dat bewijst Elvis Peeters in de vorm van de herinnering van een 77 jarige ex-huurling in een buitenwijk van Brussel.

We beleven een een doordeweekse dinsdag uit het leven van deze man, waarop hij een boodschap doet, wat gras snijdt om daarmee, als het eenmaal tot stro verdroogt is, de kieren mee te dichten tussen de dakpannen. Sinds zijn vrouw Simone naar het rusthuis ging, slaapt hij op zolder. Het rusthuis staat ook niet ver van zijn bed. Hij krijgt regelmatig bezoek van een meisje van de sociale dienst, dat wil dat hij zijn huur opzegt zodat men kan beginnen met sociale woningbouw op de plaats van zijn huis. Hoewel ze hem beloofd heeft dat hij vanuit het rusthuis terug kan keren naar de nieuwbouw, is de man daar niet voor te porren.

Fascinerend is de terloopse manier waarop de man de lezer inlicht over zijn leven. Seks speelde daarin altijd een belangrijke rol. ’Mijn lul wijst niet langer naar de hemel, denkt hij. Als ik hem nu achternaga, zak ik in het graf,’ mijmert hij bij het opstaan.
Als hij vervolgens in de ochtend de straat overziet, trekt hij de volgende conclusie: ‘Ik stel met tussenpozen vast dat ik er nog ben, dat het anderen zijn die vertrekken en dat van degenen die blijven er mij steeds minder interesseren.’
We weten inmiddels dat de man veel rookt en een maaglijder is en we krijgen nog te horen  dat hij een hoerenloper was, die, voordat hij Simone ontmoette, kennis kreeg met de oudere prostituée Erna.

Temidden van de herinneringen aan deze vrouwen herkauwt hij zijn herinneringen aan Congo. Nadat hij een meisje uit het dorp verkracht had, werd op zijn achttiende door zijn ouders naar de koffieplantage van zijn zus in Congo gestuurd. De man werkte daar eerst een tijdje, maar zijn vrijheidsdrang en zijn seksuele lust wonnen het van zijn plichtsbesef. Hij maakte per scooter een tocht langs verschillende werkplekken in de mijnprovincie Katanga. Later vocht hij als huurling voor de Simba’s, een groep zwarte rebellen, in de oorlog rond de Congolese onafhankelijkheid.

Mooi is de dialoog met zijn moeder daarover:
‘Ik heb jaren op een brief van jou uit Congo gewacht. Je schreef niet graag. Pen en papier, dat was niets voor jou, dat wisten we. Maar een paar woorden, zei ze.
Een paar woorden, zei hij.
Ja, een paar woorden maar.
Nee, zei hij, een paar woorden maar, dat ging niet, dat was nooit genoeg geweest.’

Hij heeft zijn vrouwen nimmer veel verteld heeft over de oorlog. Terug in België werd hij vrachtrijder. Hij probeerde goederen te verdonkeremanen zoals waspoeder, dat hij verborg in de ouderlijke boerderij, die overgegaan is in handen van zijn broer. Als Erna en Simone hem wel eens zagen schieten op de kermis, verbaasden ze zich over zijn vaste hand. Het richten van een geweer ging hem gemakkelijk af

De man strooit kwistig met algemeenheden als: ’Een man moet zijn plek kennen en die ligt uiteindelijk altijd onder de grond.’ Tegelijk haalt hij prachtige anekdotes aan over zichzelf als kind toen hij tot ontsteltenis van zijn moeder in het hok van de waakhond gekropen was, over de commandant van de Simba’s die een stukje in Guido Gezelle leest of toen hij als vrachtrijder een keer alle lampen in de Sint Bernardtunnel aan gort reed.

Behalve door de herinneringen aan Afrika, wordt de man bedreigd door het meisje van de sociale dienst dat vaak in zijn gedachten is, omdat hij niet echt meer in staat is om goed voor zichzelf te zorgen. Af en toe lijkt ze bij hem te zin en hem daarover aan zijn kop te zeuren.

Mooi is het Vlaamse taalgebruik zoals over Simone’s hoofd dat bleef verkazen. Opmerkelijk de soepele wisseling tussen de eerste en de derde persoon, waardoor het verleden terugwijkt en weer terugkomt. Het enige kritiekpunt zou kunnen zij dat het plot niet dwingend is, net zoals de dag in de week wat willekeurig lijkt gekozen, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt door de levensechte wijze waarop Elvis Peeters zijn personage heeft geschilderd. 

Deze recensie verscheen eerder op de vernieuwde en zeer lezenswaardige site van Literair Nederland. 

woensdag 20 juni 2012

A film unfinished (2011), documentaire van Yael Hersonski


Nazi-progaganda film over de zogenaamde joods volksaard.

Na de oorlog vond men in een betonnen kluis in Oost-Duitsland een filmarchief van de Nazi’s met daarin verschillende rollen van opnamen in het getto van Warschau voorafgaande aan de ontruiming in de zomer 1942. De film werd echter nooit voltooid. Wat was de bedoeling van de opnamen en wie maakte ze? De Israëlische Yael Hersonski ging op onderzoek uit en maakte een nietsontziend portret.

In mei 1942 bestaat het getto tweeëneenhalf jaar. Er zijn een half miljoen joden opgesloten op acht vierkante meter grond. Uit heel Duitsland werd men er naar toe gebracht. Het hoofd van de Judenrat, Czerniakow, schreef er negen dagboeken over vol: over ophanden zijnde deportaties, maar ook over de filmopnames. Anders dan historici eerder meenden ging het niet om ruw materiaal maar, zo ontdekte Hersonki aan de hand van verschillende takes, waren de opnames veelal geënsceneerd. Tijdens een overleg van Czerniakow met rabijnen zette men bijvoorbeeld een negenarmige kandelaar op tafel. Men gebruikte zijn appartement ook voor figuranten, die daar een feestje vierden.

De meeste joden waren zeer kleinbehuisd, zegt een vrouw die als kind in het getto woonde en naar beelden kijkt van ondervoede mensen op straat, op de markt en in overbevolkte huizen. Ze herkent zelfs personen van vroeger. Men was zo zwak dat men het afval gewoon uit het raam gooide, vertelt ze. De lijken lagen op straat. Ooit struikelde ze over een dood iemand. Ze was zo overstuur dat haar moeder haar een boterham met jam als troost gaf.

Met de documentaire wilden de Nazi’s een beeld geven van de joodse volksaard om de uitroeiing van de joden te goed te praten. Er werden allerlei gebruiken getoond zoals een besnijdenis, een ritueel bad en een begrafenis. De eerder genoemde vrouw, die de beelden bekijkt, zegt dat men joodse overledenen nooit in een kist begroef. De Nazi’s wilden vooral het paradijs in beeld brengen waarin de rijke joden leefden en hun onverschilligheid ten aanzien van hun arme volksgenoten.

Hersonski zegt dat Emmanuel Ringelblum de mensen opriep dagboeken bij te houden, hetgeen men ook deed. Het resultaat verkondigt de bittere waarheid over het leven in het getto. Hersonski ontdekte in het stadsarchief van Warschau de getuigenis van cameraman Willy Wist in de zaak tegen SS commissaris Auwerswald, de toenmalige commandant van het getto. Ze maakte een reconstructie van zijn werk als cameraman in het getto op basis van de geluidsopnamen die bewaard zijn gebleven.

Wist had nooit veel contact met de mensen die hij filmde. Hij werkt opgedragen zijn werk e doen. Hij zegt dat sommigen nog de hoop hadden dat ze zouden kunnen emigreren. Hij herinnert zich in het bijzonder nog het uitladen van de lijken in de schuur bij de begraafplaats. De vrouw die naar de beelden kijkt kan het niet aanzien dat uitgemergelde naakte lijken over een glijbaan in een massagraf gedumpt worden. Wist was ook onder de indruk. Hij wist niet van de spoedige deportatie van de joden naar Treblinka.

Hier een interview met de maakster op Youtube, hier de trailer, hier meer info.

Voorafgaande aan de documentaire sprak filmmaker Peter Delpeut over zijn film Bits & pieces die hij met gevonden materiaal (found footage) maakte. Volgens hem is het moeilijker een film te maken met bestaand dan met zelf geschoten materiaal, maar hij voorspelt het een grote toekomst vanwege de toenemende waarde van de beeldcultuur. Hier een pdf met meer info over het onderwerp.

dinsdag 19 juni 2012

Het andere Chelsea, verhaal over Donetsk (2012), documentaire van Jakob Preuss


Blauw tegen Oranje

Donetsk is een stad in het oosten van Oekraïne waar de bevolking op de hand van de Russen is. De hele streek is op een kaart van de verkiezingen blauw gekleurd naar de partij van Janoekovitsj, in tegenstelling tot het westen van het land dat geheel oranje is. Na de Oranje revolutie in 2004 kreeg Victor Joesjtsjenko de macht in handen, maar erg voorspoedig verliep zijn ambtsperiode niet. Hij kreeg het aan de stok met zijn premier Julia Tymosjenko. In deze documentaire is het vijf jaar later: Oranje nog aan de macht, maar de Blauwen staan te trappelen om het stokje over te maken.

Voetbal vormt een belangrijk samenbindend element van de Blauwen in Donetsk. Centraal staat de mijnwerkersclub Sjachtar Donetsk van zakenman en parlementariër Achmetov, een geldschieter vergelijkbaar met Abramovitsj bij Chelsea. Achmetov laat, ondanks de economische crisis, zelfs een nieuw stadion bouwen, de Donbass Arena.

Mijnwerker Sasja is een vaste supporter van de club, net als Valja die de katrollen in de mijn bedient en haar vriend Vladimir Stepanovitsj, een electriciën. Op de VIP-tribune zit Kolja Levtsjenko, een lokaal politicus en zakenman, die op de televisie de Oranje gezinden zwart maakt. De arrogant ogende jongeman zit doordeweeks achterin een dienstauto en speelt met zijn mobiele telefoon. Hij wil dat Russisch de tweede taal wordt naast het Oekraïns. Hij is geen fan van Stalin, zegt hij, maar hij wil wel de nationale geschiedenis verdedigen tegen de kliek van Joesjtsjenko, die het land in de uitverkoop doet. Op 9 mei wordt het einde van de tweede wereldoorlog herdacht. De Duitser Jakob Preuss dineert bij de familie van Kolja, die het oneens is met zijn vader over Stalin maar voor het oog van de camera de lieve vrede wil bewaren.

Private investeerders willen de mijn van de staat overnemen. De mijnwerkers zijn sceptisch, maar zetten, op aandringen van de leiding, toch hun handtekening. De toestand in de mijnen is slecht, de productie is laag. Vroeger was overal licht in de schachten zegt Vladimir, die een lamp repareert. De mijnwerkers vinden al die zakenlui criminelen, die het geld opstrijken, maar zijn wel op de hand van Janoekovitsj. Uiteindelijk wordt de overname van de mijn door private investeerders door de Oranje overheid geblokkeerd.

Sjachtar Donetsk doet het goed in de UEFA cup. Het wint met een stel Brazilianen in de voorhoede, waaronder Adriano, in de halve finale van Dynamo Kiev, dat paradoxaal genoeg in het blauw speelt terwijl Sjachtar een oranje shirt draagt. In de finale in Istanbul komt Sjachtar uit tegen Werder Bremen. Sasja stapt in de bus die er veertig uur over doet, Kolja neemt een vliegtuig. Kolja zegt tijdens een diner in Istanbul dat hij geen echte voetbalfan is, maar dat hij aanwezig is voor het prestige van de regio. Na de winst is er een concert op het Leninplein in Donetsk. Tijdens de opening van de Donbass Arena in mei geeft Beyoncé een concert voor veel geld.

In de aftiteling lezen we dat een paar maanden later Janoekovitsj de presidentsverkiezingen won. In Donetsk kreeg hij meer dan 90 procent van de stemmen. Kolja is inmiddels getrouwd, woont in een luxe buitenwijk van Donetsk en is hard bezig met zijn politieke loopbaan. Er zijn nog geen nieuwe investeerders gevonden voor de mijn. 

Inmiddels is er, tot ontsteltenis van de Oranje oppositie, een wet aangenomen die het Russisch als eerste taal voorschrijft. Oekraïne blijft een land van tegenstellingen: Blauw versus Oranje, Rusland versus Europa en de VS. Wellicht dat het nationale team dat vanavond in de Donbass Arena tegen Engeland de kwartfinale van het EK probeert te bereiken, voor wat meer eenheid kan zorgen, maar groot is die verwachting niet met hardliners als Kolja Levtsjenko.

Hier de promo.

maandag 18 juni 2012

Recensie: Stad der engelen (2011), Christa Wolf


De verwarring van een Informeel Medewerkster

Het is boeiend te vernemen wat burgers in de voormalige DDR na de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt, wat ze in hoofd en lijf hebben moeten verhapstukken, hoe ze de communistische tijd beleefd hebben en hoe ze inmiddels tegen de afgesloten periode aankijken. Julia Franck (1970) schreef onlangs Rug aan rug over de vreselijke begintijd. Christa Wolf (1929-2011) was na de tweede wereldoorlog overtuigd van de betere maatschappij die men in de Democratische Republiek zou scheppen. Ondanks haar kritiek op het rigide karakter van het bewind, bleef ze het regime lang steunen. Aan het eind van haar leven werd bekend dat ze als Informeel Medewerkster voor de Stasi had gewerkt.

In Stad der engelen blikt het alter ego van Christa Wolf terug op een verblijf van enkele maanden op uitnodiging van het Getty Center in Los Angeles in 1992. Het is het jaar van de rassenrellen in de stad. In dezelfde tijd staat met grote koppen in de kranten vermeld dat zij met het oude bewind heulde, hetgeen haar in verwarring brengt. Behalve op haar crisis is het boek ook een terugblik op de DDR-tijd en kent het door het terugvertellen vele tijdslagen.

De ik-figuur wil in Los Angeles een zekere Lily opsporen, een psycho-analytica, die een intieme briefwisseling had met haar oudere vriendin Emma. Beide vrouwen kozen voor de oorlog een andere weg. Lily vluchtte net als veel Duitse intellectuelen naar Amerika. Los Angeles werd zelfs Weimar onder de palmen genoemd. Emma bleef. De ik-figuur toetst haar opvattingen aan die van de emigranten, maar komt er niet uit en doet van haar crisis melding op een schrijfmachientje. ‘Zo zit het oeroude feit dat er in het lineaire schrijfsel op papier nooit tegelijkertijd sprake kan zijn van alles wat er gelijktijdig gebeurt en wordt gedacht en gevoeld, me opeens weer zo dwars dat de twijfel aan het werkelijkheidsgehalte van mijn schrijfwerk kan uitgroeien tot een schrijfblokkade.’  
 
De ik-figuur leed al tijdens die Wende aan hartritmestoornissen en is door gewrichtsklachten slecht ter been. Ze bezoekt een wijze acupuncturist en een Feldenkrais therapeute. De vraag hoe het toch mogelijk was dat ze niet eerder actie ondernam tegen het starre regime blijft haar bezighouden. In Los Angeles met zijn daklozen en bedelaars ziet ze een kant van de medaille die haar ook niet bevalt. Ze zoekt een antwoord in haar dromen en ze haalt Freud erbij. De ondertitel van het boek luidt zelfs The overcoat of Dr.Freud. Ze bevraagt hem over de functie van het geheugen. 

Het zelfonderzoek is, zoals we dat van een Duitse kunnen verwachten, gründlich, maar ook  beschouwelijk. Om afstand te scheppen tot het verleden beschrijft de ik figuur zichzelf in de jij vorm. De ik-verteller trekt in Los Angeles veel op met de jood Peter Gutman, die zijn leven wijdt aan een filosoof waarin Walter Benjamin herkenbaar is, aan wie ook het motto van het boek ontleend is. ‘Zo zullen werkelijke herinneringen niet zozeer beschrijvend te werk gaan als wel precies de locatie aangeven waar de onderzoeker ze in zijn vingers kreeg.’

Boeiend zijn de gesprekken tussen de ik-verteller en Gutman, die als advocaat vna de duivel dient. ‘Dus als je zou moeten schrijven, kun je niet schrijven en als je niet kunt schrijven, zou je niet moeten schrijven.’
De middle-class vriendinnen komen minder goed uit de verf: Sally voelt zich in de steek gelaten door haar vriend Ron en Therese kreeg een overdosis religie toegediend. Sally geeft haar het boek The wisdom of no escape van een boeddhistishe non Pema, waarin de intellectuele ik-figuur de nodige raadgevingen vindt. Ze verdiept zich op het eind van haar verblijf in de leefwijze van de Hopi- indianen en heeft ook Angelina, een engel, nodig om haar bij te staan in haar verwarring. ‘De werkelijke consistentie van geleefd leven kan geen enkele schrijver weergeven,’ zegt Doctorow al aan het begin van het boek. 


  






zondag 17 juni 2012

Herman van der Meer over verandering in de rechtspraak, Teylers museum, 3 juni 2012


In de serie Mag het ergens over gaan spreekt Ziggy Klazes dit keer in de kamer van Pieter Teyler met de president van de Haarlemse rechtbank over veranderingen in de rechtspraak.

Herman van der Meer zegt dat de rechtbank zeker geen stoffig bedrijf is, maar vlot en modern en middenin het leven staat. Behalve criminelen komen er vreemdelingen langs, mensen met familieproblemen, met hun buren, met verhuurders en bazen die ontslag geven. In Nederland zijn er jaarlijks acht miljoen zaken en zaakjes, in Haarlem zo’n 100.000.
De overheid wil uit het oogpunt van kwaliteitsverbetering de negentien rechtbanken terugbrengen tot tien. Haarlem wordt de hoofdvestiging van Noord-Holland.

De laatste twintig jaar heeft de rechtbank meer oor gekregen voor wat de maatschappij vraagt.
Ziggy Klazes vraagt of dat niet komt door de grotere media aandacht voor zaken die mislopen.
‘Als de helft van de berichtgeving klopt, zijn we tevreden,’ antwoordt Van der Meer. Zelf probeert de rechtbank de standpunten beter uit te leggen. Soms rectificeert men ook, bijvoorbeeld in de Chipshol-zaak toen NRC een verkeerde voorstelling van zaken gaf. Overigens betekent meer aandacht voor de rechtspraak dat die in de maatschappij meer van belang gevonden wordt. Mensen die ermee te maken oordelen positiever, zelfs de helft van de veroordeelden is positief over de rechtspraak.

Ziggy begint over de Klimop-zaak, een megazaak over fraude in de vastgoedwereld, die ruim een miljoen euro kostte en leidde tot de berechting van elf verdachten. Er werd zelfs een filmpje van gemaakt.
Van der Meer wilde het dossier van duizend pagina’s samenvatten op Youtube. Een bureau maakte een weergave met Playmobilpoppetjes. De kosten, 10.000 euro, werden door een landelijk ochtendblad ten onrechte bekritiseerd. Er kwamen veel positieve reacties op, ook van advocaten. De toonzetting van het requisitoir door het Openbaar Ministerie, gemaakt door een tekstbureau, was streng.

Ziggy vindt de rechtspraak teveel een sitting duck
Van der Meer zegt dat voorzichtigheid geboden is. Het filmpje over de Klimop-zaak mocht bijvoorbeeld niet openbaar worden vóór de uitspraak van de rechter. Vertrouwelijkheid zit aan het beroep gekleefd, zegt meneer de president.

Ziggy Klazes begint over wraking, dat tegenwoordig vaker plaatsvindt, bijvoorbeeld nadat de voorzitter van de rechtbank, Rino Verpalen, met het citeren van het gedicht Jantje zag eens pruimen hangen de indruk wekte dat de verdachten in de Klimop-zaak dieven waren. Wrakingsverzoeken worden behandeld door dezelfde rechtbank om te voorkomen dat tijdgerekt wordt. 

Ziggy Klazes haalt een rapport aan van Transparancy international, waarin de rechtspraak in Nederland integer genoemd wordt, alleen de toebedeling van zaken is onduidelijk.
Van der Meer is bezig met een werkgroep een betere regeling op te zetten. Er is een ontwikkeling naar meer protocollen, met de mogelijkheid voor een rechter om daarvan af te wijken. Het bestuur van de rechtbank kan de rechter niet inhoudelijk op de vingers tikken, maar moet daarvoor in hoger beroep gaan.

Het gesprek gaat verder over twee nagels aan de doodskist van de rechtspraak, de verhoogde griffierechten, die het onmogelijk maken voor de burger om nog een beroep te doen op de rechtbank en het voorstel van de politiek om minimumstraffen in te voeren. Van der Meer
vindt dat de bepaling van een strafmaat in de rechtszaal moet plaatsvinden. Iemand twee keer een ongewenste tongzoen geven, hetgeen binnendringing is, zou op vijftien jaar gevangenis straf uitkomen.

Van der Meer is vol lof over een lezersjury in het Haarlems Dagblad die in de krant schrijft over een bijgewoonde zitting. De nuance keert daarmee terug. Vaak komt de straf van de jury overeen met die van de rechter. Juryrechtspraak is te duur, omdat mensen lang uit hun werk worden gehaald. In Amerika leidt het tot schikkingen.

Van der Meer zegt dat internet een belangrijker functie kan vervullen in de wisselwerking tussen rechtbank en burger en dat Europa de juridische gang van zaken complexer maakt. Zaken als kinderporno en vrouwenhandel kunnen echter niet op nationaal niveau opgelost worden.

Een vraag uit de zaal gaat over de verhouding tussen civiele, strafrechterlijke en bestuursrechterlijke zaken. Van der Meer antwoordt dat de civiele en bestuursrechterlijke zaken zo’n zeventig procent van alle zaken uitmaken en dat Haarlem veel megastrafzaken behandelt. 

 Ik had zijn opvatting nog willen horen over de toenemende juridisering in Nederland, maar was helaas niet bij de zitting aanwezig.

Hier de uitzending op de site van Ziggy Klazes, hier het filmpje over de Klimop-zaak, hier een toegang tot de uitgesproken vonnissen op rechtspraak.nl.

zaterdag 16 juni 2012

Britain in a day (2012), documentaire van Morgan Matthews


Het Britse levensgevoel in november 2011

Er zijn vele manieren om de volksaard in beeld te brengen. Zeer verdienstelijk is de manier waarop Michael Apted een aantal Britse landgenoten om de zeven jaar portretteert. Morgan Matthews heeft de burgers in Groot Brittannië gevraagd op zaterdag 12 november 2011 video filmpjes te maken en die naar hem op te sturen. Dat is de dag na Remembrance Day ofwel Poppy’s Day, waarop de gevallenen uit de oorlog herdacht worden. Het project is een navolging van Life in a day uit 2010. Uit 750 uur film en 11526 inzendingen maakte hij een compilatie van beelden uit het hele land.

Het leven uit een dag begint om twaalf uur in de nacht met een jongeman die zegt dat hij midden in Barbican staat maar de film snelt al gauw naar een ziekenhuisbed waar een oudere man op sterven ligt. Ik kan niet verstaan wat hij mompelt, maar wellicht gaat het om de trouwerij van zijn dochter waar hij later in de documentaire tot zijn grote vreugde toch bij aanwezig is.

Een man danst in zijn huis, een buschauffeur loopt door zijn schone bus heen. Wat is er zoal te tonen van het Britse leven anno 2011? De fragmenten volgen elkaar in snel tempo op. Matthews volgt de dag die begint met opstaan, wassen, ontbijten. Een bakker stopt de broodjes in de oven, een baby krijst, een man mediteert en wordt beslopen door zijn jonge dochters die hem om de hals vallen, de melkman zet de melkflessen voor de deur, een boer melkt zijn koeien en zegt dat het niet alleen maar melkproducenten zijn, maar dat ze deel uitmaken van de familie.

De familie maakt een belangrijk deel uit van het Britse levensgevoel. Onder het kopje relaties neemt de liefdesverhouding een belangrijke plaats in. Die leidt tot vreugde over de geboorte van een nakomeling en een knus gezinsleven. Maar ook komt er een gescheiden moeder in beeld, een andere verdrietige vrouw die skypt met haar man in Philadelphia en een homoseksueel die graag door het landschap cruist en geniet van de intieme contacten in de vrije natuur. ‘It’s difficult being a teenager,’ schreeuwt een jongere daarentegen uit.

De vrolijke popmuziek schept een band tussen de fragmenten. We horen Abba met Take a chance on me en maar ook ijle folk tijdens opnamen van een autorit door Schotland. ‘Welcome to Scotland,’ roept iemand. Een vrouw trekt met haar ski's op de rug de bergen in en ontdekt dat er nog maar weinig sneeuw ligt, waarop ze toch een eindje naar beneden glijdt. Het lijkt er soms op dat deelnemers hun bijdrage geënsceneerd hebben, maar grappig was het wel.  

Behalve de gewone dagelijkse ordening op deze mooie novemberdag waarop de tea en de jacht niet ontbreken, zien we een tentenkamp van de Occupybeweging in Nottingham. Ook volgen we een keurig gekapte blonde man in een pak met rode stropdas die bij zijn moeder op bezoek gaat. Hij heeft haar vijf jaar niet gezien en weet niet eens of ze nog leeft, maar dat blijkt wel het geval. Met tevredenheid vertrekt hij weer.

De associatieve opeenvolging kent veel vaart. Soms heeft Matthews de beelden thematisch gerangschikt. Bijvoorbeeld in het thema beweging waarin we een paraglider zien en een skateboarder of over het onderwerp geloof met naast een blik op de Anglicaanse kerk en de hindoe traditie een grote vent die anderen wil bekeren tot de islam. 

Wat nou typisch Brits is, is steeds moeilijker te beantwoorden in onze globaliserende wereld. Wellicht het footpath waarop een groep die zichzelf onherkenbaar heeft gemaakt voortloopt tegen de zin van een landeigenaar, een race gehouden met varkens of een man die de afwas doet van een fish and chips maaltijd In ieder geval de beelden uit het Wembley stadion waarin Engeland tegen Spanje speelt, een wedstrijd die vooraf gegaan wordt door God save the queen en die door velen in en buiten het stadion wordt gevolgd. Grappig is dat iemand zei dat hij zich veilig voelde in Engeland, omdat het een eiland is waar niet zomaar anderen kunnen binnenvallen. Ongetwijfeld blijft dat geografische feit een belangrijk verschil met het continent. 

Hier een video over het idee, hier een inzending van een van de deelnemers, hier de trailer van Life in a day.

vrijdag 15 juni 2012

John Irving over In een mens, VPRO-boeken, 10 juni 2012


Niet elke ramkoers komt als een verrassing.

In een mens gaat over Billy Abbott, een biseksuele jongen, die schrijver wil worden. Hij zat in de jaren zestig op een kostschool en ontwikkelde een zelfhaat die erger was dan eenzaamheid.
De titel is ontleend aan de laatste akte van Richard II van William Shakespeare: Zo speel ik veel personen, in één mens en geen voldaan.
Shakespeare ging gemakkelijk om met het onderwerp seksuele identiteit, het thema van Irvings boek: Billy merkt dat hij alleen staat, maar niemand kan hem ervan weerhouden seks te hebben met vrouwen én mannen.

Irving leest een fragment voor waaruit blijkt hoe mooi de zinnen lopen.

Wim Brands begint over de werkwijze van Irving die altijd eerst de slotpassage schrijft.
Net als negentiende-eeuwse schrijvers hecht hij veel waarde aan het plot. De titel heeft hij meestal ook al op zak, al haatte hij de naam Garp in De wereld volgens Garp. Hij kon echter geen andere naam bedenken.

We zien een fragment uit de documentaire De wereld volgens John Irving die ik onlangs op dit blog besprak. Brands vraagt hem hoe hij aan een roman begint. Irving vangt om te beginnen iets angstigs op, ziet mensen in de val en construeert zelf die val.
In In een mens gaat het om een biseksuele man, die gewantrouwd wordt. Het boek is vanuit een ik-verteller geschreven. De lezer weet eerder dan de ik dat Billy zal eindigen als aids patiënt.

Brands vraagt of Irving altijd naar slachtoffers zoekt.
Irving zegt dat de hoofdpersoon eerst de sympathie van de lezer moet winnen, omdat die het anders koud laat als de hoofdpersoon iets ergs overkomt. Irving vertelt dat hij de stem van Billy met tegenzin gebruikte. Een ik verteller vraagt meer verklaring en zijn boeken zijn vaak al zo omvangrijk, maar in een boek over niet gangbare seksuele gevoelens is deze ik-vorm wel passend. Overigens is het karakter van Billy voor hem gemakkelijker te begrijpen dan de moeder van Garp of dokter Larch in De regels van het Ciderhuis, die helemaal niets met seks hebben. Billy is door zijn geaardheid een zelfbewuste man geworden. Door de strijd die hij noodzakelijk voor zichzelf moest voeren. Zijn seksuele geaardheid en zijn identiteit lopen niet parallel.    

Brands noemt In een mens een politieke roman, net zoals De wereld volgens Garp (over intolerantie) en De regels van het Ciderhuis (over abortus).
Volgens Irving zijn het polemische romans, waarin stelling wordt ingenomen in maatschappelijke kwesties. Die zaaien verdeeldheid onder lezers omdat die het wel of niet met hem eens zijn.

Brands vraagt hem over zijn nieuwste boek.
Irving is daaraan met kerst begonnen en al een eind op streek. Hij schrijft het in de derde persoon omdat hij dat toch comfortabeler vindt.

Brands vraagt heel gevat hoe de laatste zin luidt.
Irving: ‘Niet iedere ramkoers komt als een verrassing.’

Hier mijn eerdere bespreking van de documentaire De wereld volgens John Irving


donderdag 14 juni 2012

Kleine filosofen (2010), documentaire van Jean-Pierre Pozzi en Pierre Barougier




Maar nadenken duurt zo lang!

Prachtige Franse films over verhouding tussen leraar en leerlingen als Etre et avoir (2002) en Entre les murs (2008) wekten de verwachting dat Ce n'est qu'un début ofwel Kleine filosofen, waarin juf Pascaline vierjarige kleuters filosofieles geeft, aan de boeiende portretten een nieuwe hit zou toevoegen.

De Jacques Prévertschool in Meé-sur-Seine is een zwarte school. Het hoofd van het schooltje vertelt aan het eind door de telefoon dat een zwarte school belangrijk is voor de kinderen, maar verder wordt niet over uitgewijd. Een zwarte school betekent hier zeker hier geen arme school. De ouders die aan het eind van het schooljaar in de klas samenkomen om de voortgang van de lessen te bespreken, praten ook zelf veel met hun kinderen. Ongetwijfeld hebben ze al voor het begin van de cursus instructies gehad. Een moeder zegt dat ze gemakkelijker met haar kind over de dood kan praten, hetgeen anders toch een beladen onderwerp is. 

Juf Pascaline ontsteekt een kaars aan het begin van haar les. De vierjarige kinderen zitten in een kring om haar heen. De kaars helpt om na te denken. Réflèchir, penser. In het eerste gesprek vraagt ze hoe je kunt zien of iemand nadenkt. Dat kun je niet, maar er kan wel iets duidelijk van worden door de geopende mond, als iemand namelijk iets uit van zijn gedachten.

Juf behandelt een groot aantal onderwerpen als intelligentie, liefde, vriendschap, vrijheid en dood die allemaal een nogal persoonlijk karakter hebben. Soms maken de kleuters een tekening naar aanleiding van het onderwerp. Af en toe worden een paar kinderen gefilmd die, buiten de les om, zelf een discussie beginnen, bijvoorbeeld over de ruimte die ze elkaar geven. Pascaline vertelt aan het eind van het jaar tegen de ouders dat de vaardigheid van de kinderen om te filosoferen is toegenomen en dat het project het jaar daarop gecontinueerd wordt. Ze bedankt de ouders voor het vertrouwen, omdat kleuters nogal loslippig over het gezinsleven kunnen zijn. Dat viel trouwens wel mee.

Er worden mooie uitspraken gedaan, zoals over intelligentie door een meisje die zegt dat het dom van ouders is om de Nutella in de koelkast te zetten en dat kinderen zeker niet dommer zijn dan volwassenen. Een jongen wil ook dood als zijn moeder dood zou gaan, namelijk om te weten hoe dat is. Maar dan kun je toch niet meer zien, zegt een meisje, dat hem aanraadt bij zijn vader te blijven, anders heeft die nog meer verdriet.

Toch weet Pascaline de harten niet te veroveren. Het is wat kunstmatig allemaal. Ze stelt te veel vragen, stuurt heel erg, waardoor de kinderen soms zichtbaar afhaken. Een jongen ligt in een hoek van de klas te slapen. Het is ook erg warm, zegt Pascaline. Een van de kinderen zegt over het onderwerp nadenken, dat het lang duurt en dat de juf hen dwingt om na te denken.

Het is beschamend om te zien hoe ze na de les een conflict met een jongetje bespreekt, die een ander kind sloeg. De jongen is te bedremmeld om antwoord te geven. Pascaline houdt haar vinger onder zijn kin waardoor hij haar aan moet kijken en wel iets moet zeggen. Ze valt door de mand met haar hooggestemde idealen. De gewone kleuterjuf zou dat beter aanpakken.

Toch vinden de kleuters het jammer dat ze op de volgende school geen philo, zoals de kinderen zeggen, meer krijgen. Hoe moet dat dan met nadenken?

Hier de promo. Hier de trailer van Entre les murs, die ik al eerder op mijn blog besprak.
Hier nog een link naar het boek De kleine filosoof (2009) van Alison Gopnik, die in een youtube filmpje vertelt over de verbeeldingskracht van kinderen.